Als je "Annette Larkins" googelt, kom je uit bij een vrolijke, energieke dame van over de 70.
Niets bijzonders, misschien, ware het niet dat deze mevrouw er eerder 40 dan 70 uitziet...
Haar jeugdige uiterlijk en haar goede gezondheid, zo beweert ze zelf, heeft ze te danken aan het feit dat ze volledig plantaardig en rauw eet. In haar tuin en op haar vensterbanken kweekt ze allerlei groenten, kiemen en bloemen. Ze maakt sapjes en salades van o.a. kiemen, noten, zaden, pitten, groenten en fruit - en ze ziet er fantastisch uit!
Wat een reclame voor de plantaardige levensstijl! Haar verhaal deed me denken aan het moedige zelfvoorzienende koppel van het boek "Een tevreden leven" - moedig omdat zij in de jaren 60 al hun veganistische levenswijze aanprezen. Ook zij leefden erg lang en gelukkig.
Om het met je eigen ogen te zien en wie weet wel eens een receptje uit te proberen:
www.annettelarkins.com
In Duitsland en Amerika is veganisme en plantaardig raw-food een ware
hype.
Veel mensen proberen deze ethische diëten uit, misschien niet
omdat ze zo begaan zijn met het leed van de dieren, maar
wel omdat het steeds opnieuw blijkt dat veganitisch
eten echt goed is
voor je lijf.
Je gaat er fantastisch uitzien, en o.a. Annette is
het levende bewijs dat plantaardige voeding gecombineerd met een
positieve houding en veel beweging voor een "eeuwige" jeugd kan
zorgen.
Hoe meer mensen kiezen voor een veganistische levenswijze, hoe beter. Of ze dat nu omwille van gezondheidsredenen of uit ethische overwegingen doen, maakt in sé niet uit. Zolang die vreselijke fabrieken met opgesloten levende wezens maar ophouden te bestaan...
Ook bij ons begint de informatie over gezonde voeding door te sijpelen. In de boekenwinkel waar ik werk merk ik dat er hoe langer hoe meer vegetarische kookboeken verschijnen - en ook dat deze boeken steeds vaker gekocht worden.
Toen ik vegetariër werd op mijn 18e, nu meer dan 10 jaar geleden, riep mijn zus (die dokter is) ongerust uit: "Maar dat is super ongezond!!!"
Ondertussen zijn we zoveel jaren verder en voel ik me prima. Veel mensen trekken nog hun wenkbrauwen op als ze "veggie" horen - maar iedereen weet eveneens ondertussen dat vlees echt ongezond is. Denk maar aan:
-De antibiotica en geneesmiddelen die de arme zielen in de veel te kleine, stinkende holen te slikken krijgen...
-Het minderwaardige, genetisch gemanipuleerde of opgefokte voer waarmee ze vetgemest worden...
-De stress die hun lichaam constant aanmaakt omdat ze met teveel op elkaar zitten, en de angst.
-enzovoort.
Heel veel tijdschriften publiceren heel veel artikels over wat nu gezond is. Altijd zie je in die artikelen groenten en fruit aangeprezen. Vlees wordt er haast nooit meer in vermeld.
In de kookboeken die voor onze winkel aangekocht worden, kan je een langzame transitie merken: het is nog niet geheel plantaardig - maar er wordt aan gewerkt.
Drie titels die me te binnen springen:
1.Boost van Goedele Leyssen
Een bijzonder informatief boek als je je leven wil veranderen en gezonder wil gaan leven. Met allerlei tips, yoga-oefeningen, bepaalde technieken om beter adem te halen, recepten voor sapjes en smoothies, en allerhande tips en trucs om zo mooi mogelijk voor de dag te komen.
Goedele legt uit waarom vlees eten je lelijk maakt, zonder daarom een vegetariër van je te willen maken. En hier en daar merk je dat een eitje of wat melk volgens haar filosofie nog kan - al wordt het gebruik van plantaardige melk en raw-food (waarin geen eieren passen) geprezen.
2.Rauw van Delphine de Montalier
Een prachtig vormgegeven kookboek dat geschikt is voor zowel vleeseters, pescotariërs, vegetariërs en veganisten die eens willen experimenteren met raw food... De plantaardige recepten vond ik best interessant, maar het bloederige vlees en de overvloedig geprezen doch bijna uitgestorven tonijndelen kon ik minder smaken.
3.Super Healthy Snacks: zonder gluten, suiker en eieren van Jenna Zoe
Een mooi en interessant kookboek dat bijna helemaal vegan is, niet omwille van ethiek, maar omdat er nu eenmaal veel mensen met allergieën zijn...
Laat de plantaardige(re) toekomst maar beginnen!
Zelfvoorzienend, ecologisch en vegan leven en genieten in huis, tuin en keuken!
zaterdag 28 juni 2014
zaterdag 21 juni 2014
Boekbespreking: Rijke Oogst, Alys Fowler
Boekbespreking: Rijke oogst, inmaken en bewaren uit eigen tuin, door Alys Fowler, uitgeverij Forte Groen
Op dit boek was ik al een tijdje aan het wachten! Alys Fowler ken ik van de meer dan behoorlijk goede boeken "de eetbare tuin" en "the thrifty gardener".
Uit die boeken, omtrent een natuurlijke permacultuurachtige manier van tuinieren, heb ik veel tips gehaald. Alys verstaat de kunst om van niets iets te maken: ze gaat creatief om in de tuin met wat anderen afval zouden noemen; ze haalt haar neus er niet voor op om een rondje langs de cafees in haar buurt te doen om hun koffiedik op te halen - daar maak je namelijk prima compost mee!
Haar verschijning en haar tuin (kijk maar ns op youtube, Alys werkt voor de bbc) doen hekserig aan, op een leuke manier, en haar charmante slordigheid in gedrag en uiterlijk (zo zegt ze dat ze bv allemaal verschillende deksels voor haar kookpotten heeft) spreekt mij aan.
Het was dus uitkijken naar een boek van haar hand over het inmaken van je eigen tuinoogst.
Ik verwachtte niet veel te leren uit het boek omdat ik al een hoop inmaakboeken heb, maar daarin heb ik me dus vergist!
In "Rijke Oogst" pleit Alys voor seizoenseten. Groenten en fruit eten volgens het seizoen is niet alleen lekkerder en natuurlijk, het is ook ecologisch aangezien je minder vervuilt. En omdat je soms een overvloed aan seizoenseten hebt, is het een goed idee om die rijkdom te bewaren voor schralere periodes.
Fowler biedt een korte geschiedenis van het inmaken en vertelt vervolgens hoe het bewaren van voedsel veranderde met de intrede van industriele methodes.
Ze waarschuwt voor de eventuele gevaren van het thuis inmaken van voedsel. Met name botulisme kan onprettig zijn. Botulisme komt gelukkig slechts zeer zelden voor. En als je een goede hygiene handhaaft en er op let dat je bij voedingswaren met een laag zuurgehalte (zoals tomaten of sperziebonen) een zuur toevoegt (zoals citroenzuur of gewoon citroensap), dan zal er niet gauw een probleem ontstaan.
In het hoofdstuk Telen geeft Fowler tips over het oogsten van groenten en fruit. Ik wist dit niet, maar blijkbaar is een appel pas rijp als hij, met steeltje, loslaat als je hem langs de onderkant zacht naar boven duwt.
Ook in het hoofdstuk Bewaren geeft Alys weetjes en trucs mee die ik nog niet kende. Zoals bv dat je wortelen in zaagsel kan inkuilen! Of dat je, zelfs al heb je een kleine tuin, je groenten prima veilig buiten kan bewaren door een gat in de grond te graven en je groensels in een plastic of metalen afsluitbaar vat in te kuilen!
Ook het principe van de Afrikaanse koelkast wordt besproken: een terracotta pot die je in een schaal met water zet. De pot zuigt het water op, waardoor de inhoud koel blijft. Paradoxaal genoeg werkt deze koelingstruc enkel bij hoge temperaturen! Maar das prima voor als je, net zoals ik, geen koelkast hebt.
In het hoofdstuk Drogen vind je een interessante DIY tip om kruiden te drogen: in een katoenen zak aan de wasdraad. Beschermd tegen zon en vogels, en efficient en handig gedroogd. - eenvoudig, en toch moet je er maar op komen!
Er worden leuke receptjes gedeeld voor gedroogde appelringetjes, boerenkoolchips, enzovoort.
In "Inleggen in Zuur" lees je over het inmaken van origineel tafelzuur als aardperen en chili's.
In het stuk over fermenteren vond ik de zoutoplossingen tabel heel handig: er wordt grafisch heel duidelijk weergegeven hoveel zout je nu exact nodig hebt om welke groente te fermenteren. Ook worden hier fijne en typische Fowler tips gedeeld om bv stenen uit eigen tuin te gebruiken als efficient verzwaringsmiddel bij het fermenteren.
De fermenteergod Sandor Katz diende ter inspiratie voor het ingenieuze gundru recept, waarbij snijbiet of boerenkool op een heel speciale manier gefermenteerd wordt.
Ik leerde eveneens iets bij over een aspect van het fermenteren dat ik zeker wil uitproberen, maar waarover ik nog niet veel info vond, namelijk het fermenteren van kruiden.
In "Suiker" deelt Alys alle kennis omtrent jam, gelei en fruitkaas, evenals een recept om zelf pectine te maken van wilde appeltjes.
Het hoofdstuk Wecken poogt alles over weckketels e.d. duidelijk uit te leggen. Toch blijf ik het een ingewikkelde materie vinden. Ik heb ooit een aantal grote weckketels gratis opgehaald bij iemand, maar tot nog toe heb ik ze niet uitgeprobeerd. Als de tijd daar is denk ik dat ik mij zal voorbereiden met een youtube filmpje!
De info over "Invriezen" staat er ter volledigheid bij, maar Alys geeft duidelijk de voorkeur aan inmaken.
Om af te sluiten is er nog een kort hoofdstukje "met wortel en tak" over het creatief omspringen met wortelloof en ander "afval" uit de tuin. Als je een beetje "thrifty" of nieuwsgierig bent kan je eens erwtenpeulensoep maken, of bouillon trekken van die buitenste koolbladeren.
Een mooi, leerrijk, creatief en charmant boek - onmisbaar als ook jij van die rijke oogst wil blijven genieten!
Op dit boek was ik al een tijdje aan het wachten! Alys Fowler ken ik van de meer dan behoorlijk goede boeken "de eetbare tuin" en "the thrifty gardener".
Uit die boeken, omtrent een natuurlijke permacultuurachtige manier van tuinieren, heb ik veel tips gehaald. Alys verstaat de kunst om van niets iets te maken: ze gaat creatief om in de tuin met wat anderen afval zouden noemen; ze haalt haar neus er niet voor op om een rondje langs de cafees in haar buurt te doen om hun koffiedik op te halen - daar maak je namelijk prima compost mee!
Haar verschijning en haar tuin (kijk maar ns op youtube, Alys werkt voor de bbc) doen hekserig aan, op een leuke manier, en haar charmante slordigheid in gedrag en uiterlijk (zo zegt ze dat ze bv allemaal verschillende deksels voor haar kookpotten heeft) spreekt mij aan.
Het was dus uitkijken naar een boek van haar hand over het inmaken van je eigen tuinoogst.
Ik verwachtte niet veel te leren uit het boek omdat ik al een hoop inmaakboeken heb, maar daarin heb ik me dus vergist!
In "Rijke Oogst" pleit Alys voor seizoenseten. Groenten en fruit eten volgens het seizoen is niet alleen lekkerder en natuurlijk, het is ook ecologisch aangezien je minder vervuilt. En omdat je soms een overvloed aan seizoenseten hebt, is het een goed idee om die rijkdom te bewaren voor schralere periodes.
Fowler biedt een korte geschiedenis van het inmaken en vertelt vervolgens hoe het bewaren van voedsel veranderde met de intrede van industriele methodes.
Ze waarschuwt voor de eventuele gevaren van het thuis inmaken van voedsel. Met name botulisme kan onprettig zijn. Botulisme komt gelukkig slechts zeer zelden voor. En als je een goede hygiene handhaaft en er op let dat je bij voedingswaren met een laag zuurgehalte (zoals tomaten of sperziebonen) een zuur toevoegt (zoals citroenzuur of gewoon citroensap), dan zal er niet gauw een probleem ontstaan.
In het hoofdstuk Telen geeft Fowler tips over het oogsten van groenten en fruit. Ik wist dit niet, maar blijkbaar is een appel pas rijp als hij, met steeltje, loslaat als je hem langs de onderkant zacht naar boven duwt.
Ook in het hoofdstuk Bewaren geeft Alys weetjes en trucs mee die ik nog niet kende. Zoals bv dat je wortelen in zaagsel kan inkuilen! Of dat je, zelfs al heb je een kleine tuin, je groenten prima veilig buiten kan bewaren door een gat in de grond te graven en je groensels in een plastic of metalen afsluitbaar vat in te kuilen!
Ook het principe van de Afrikaanse koelkast wordt besproken: een terracotta pot die je in een schaal met water zet. De pot zuigt het water op, waardoor de inhoud koel blijft. Paradoxaal genoeg werkt deze koelingstruc enkel bij hoge temperaturen! Maar das prima voor als je, net zoals ik, geen koelkast hebt.
In het hoofdstuk Drogen vind je een interessante DIY tip om kruiden te drogen: in een katoenen zak aan de wasdraad. Beschermd tegen zon en vogels, en efficient en handig gedroogd. - eenvoudig, en toch moet je er maar op komen!
Er worden leuke receptjes gedeeld voor gedroogde appelringetjes, boerenkoolchips, enzovoort.
In "Inleggen in Zuur" lees je over het inmaken van origineel tafelzuur als aardperen en chili's.
In het stuk over fermenteren vond ik de zoutoplossingen tabel heel handig: er wordt grafisch heel duidelijk weergegeven hoveel zout je nu exact nodig hebt om welke groente te fermenteren. Ook worden hier fijne en typische Fowler tips gedeeld om bv stenen uit eigen tuin te gebruiken als efficient verzwaringsmiddel bij het fermenteren.
De fermenteergod Sandor Katz diende ter inspiratie voor het ingenieuze gundru recept, waarbij snijbiet of boerenkool op een heel speciale manier gefermenteerd wordt.
Ik leerde eveneens iets bij over een aspect van het fermenteren dat ik zeker wil uitproberen, maar waarover ik nog niet veel info vond, namelijk het fermenteren van kruiden.
In "Suiker" deelt Alys alle kennis omtrent jam, gelei en fruitkaas, evenals een recept om zelf pectine te maken van wilde appeltjes.
Het hoofdstuk Wecken poogt alles over weckketels e.d. duidelijk uit te leggen. Toch blijf ik het een ingewikkelde materie vinden. Ik heb ooit een aantal grote weckketels gratis opgehaald bij iemand, maar tot nog toe heb ik ze niet uitgeprobeerd. Als de tijd daar is denk ik dat ik mij zal voorbereiden met een youtube filmpje!
De info over "Invriezen" staat er ter volledigheid bij, maar Alys geeft duidelijk de voorkeur aan inmaken.
Om af te sluiten is er nog een kort hoofdstukje "met wortel en tak" over het creatief omspringen met wortelloof en ander "afval" uit de tuin. Als je een beetje "thrifty" of nieuwsgierig bent kan je eens erwtenpeulensoep maken, of bouillon trekken van die buitenste koolbladeren.
Een mooi, leerrijk, creatief en charmant boek - onmisbaar als ook jij van die rijke oogst wil blijven genieten!
zaterdag 14 juni 2014
Broodbeleg van de maand: Ongewone Aardbeiconfituren
Het is aardbeiseizoen! Ik eet de rode "beien" liefst gewoon rauw, desnoods in schijfjes op een vegan taartje met pudding... (gewoon een zanddeegje maken, en de pudding is heerlijk door plantaardige melk te koken met agavesiroop en maïsmeel). Zelfs het aardbeifruitleer dat ik vorig jaar maakte, vond ik minder lekker dan aardbeien gewoon zo,uit het vuistje.
Hetzelfde heb ik met aardbeiconfituur: lekker, maar niets bijzonders in vergelijking met een sappige, zoete, verse aardbei.
Onlangs proefde ik echter een aardbeiconfituur met munt - en dat was echt iets bijzonders!
Voor het broodbeleg van de maand ging ik dus op zoek naar allerlei aardbeiconfituren met iets extra's...
Het klassieke aardbeiconfituur recept, met een toegevoegde smaak:
Nodig:
-500 g aardbeien (als ze niet uit je eigen hof komen, neem dan ajb bio! Aardbeien behoren tot de meest bespoten voedingswaren...)
-300 g suiker (of meer)
-toegevoegde smaak naar keuze, zie onder
Hoe maak je het?
1.Snij de aardbeien in stukjes en doe ze in de pot.
2.Laat ze een nacht trekken met de suiker en de gekozen kruiden
3.Vis de kruiden er 's ochtends uit (of laat ze erin)
4.Zet de pot op het vuur en laat 20 minuutjes koken.
5.Giet in gesteriliseerde potten.
En dan nu: de kruiden die je kan toevoegen, naar smaak!
Aardbeiconfituur met:
-vanille (wegens het snoep-achtige van beide smaken kan dit gewoon niet mis gaan)
-munt dus (daarin heb je nog keuze tussen de vele muntsmaakjes die er bestaan - misschien is chocolade munt wel heel erg lekker bij aardbei?)
-dragon (nog niet geprobeerd, schijnt heerlijk)
-tijm
-rozemarijn
-vlierbloesem
-lavendel
-monarda blaadjes (dit zijn de Earl Grey bladeren van de bergamotplant)
-met citroenverbena
-of gewoon met citroen
-met ijzerkruid (dit is niet hetzelfde als citroenverbena, het is de officiële verveine...)
-met balsamico en zwarte peper
-met basilicum
-met rozenblaadjes (ook in seizoen nu)
-met oranjebloesemwater (niet te veel, overheerst nogal snel)
-met venkelzaadjes
-met steranijs
-met anijshyssop oftewel agastache
-met amaretto en/of met amandelen
-met kardemom
-met acaciabloesem!
-met rabarber (ook in seizoen)
Hetzelfde heb ik met aardbeiconfituur: lekker, maar niets bijzonders in vergelijking met een sappige, zoete, verse aardbei.
Onlangs proefde ik echter een aardbeiconfituur met munt - en dat was echt iets bijzonders!
Voor het broodbeleg van de maand ging ik dus op zoek naar allerlei aardbeiconfituren met iets extra's...
Het klassieke aardbeiconfituur recept, met een toegevoegde smaak:
Nodig:
-500 g aardbeien (als ze niet uit je eigen hof komen, neem dan ajb bio! Aardbeien behoren tot de meest bespoten voedingswaren...)
-300 g suiker (of meer)
-toegevoegde smaak naar keuze, zie onder
Hoe maak je het?
1.Snij de aardbeien in stukjes en doe ze in de pot.
2.Laat ze een nacht trekken met de suiker en de gekozen kruiden
3.Vis de kruiden er 's ochtends uit (of laat ze erin)
4.Zet de pot op het vuur en laat 20 minuutjes koken.
5.Giet in gesteriliseerde potten.
En dan nu: de kruiden die je kan toevoegen, naar smaak!
Aardbeiconfituur met:
-vanille (wegens het snoep-achtige van beide smaken kan dit gewoon niet mis gaan)
-munt dus (daarin heb je nog keuze tussen de vele muntsmaakjes die er bestaan - misschien is chocolade munt wel heel erg lekker bij aardbei?)
-dragon (nog niet geprobeerd, schijnt heerlijk)
-tijm
-rozemarijn
-vlierbloesem
-lavendel
-monarda blaadjes (dit zijn de Earl Grey bladeren van de bergamotplant)
-met citroenverbena
-of gewoon met citroen
-met ijzerkruid (dit is niet hetzelfde als citroenverbena, het is de officiële verveine...)
-met balsamico en zwarte peper
-met basilicum
-met rozenblaadjes (ook in seizoen nu)
-met oranjebloesemwater (niet te veel, overheerst nogal snel)
-met venkelzaadjes
-met steranijs
-met anijshyssop oftewel agastache
-met amaretto en/of met amandelen
-met kardemom
-met acaciabloesem!
-met rabarber (ook in seizoen)
zaterdag 7 juni 2014
Apocafictie: de triffids komen!
Waarom ik apocalyptische fictie bespreek op een blog over zelfvoorziening? Je leest het hier.
De Triffids komen! door John Wyndham
In de kringloopwinkel vond ik voor 50 cent The day of the triffids, van John Wyndham, uitgebracht in 1961.
Dit boek werd een echte hit, een cult bestseller. Een tv-serie en een film volgden, en ook vandaag nog kan je op het internet vele enthousiaste triffid-fans vinden.
Het verhaal gaat als volgt... Na een nacht waarin prachtige, vreemde lichten aan de hemel (men denkt: een komeet) verschijnen, is de volgende dag iedereen blind geworden, met uitzondering van enkelingen die door omstandigheden niet naar het lichtschouwspel hebben gekeken.
Totale chaos breekt uit.
Tom Macleigh, één van de weinige ziende overlevers, probeert zich zo goed en zo kwaad mogelijk te redden. Samen met enkele andere overlevers tracht hij een nieuw bestaan op te bouwen.
Daarbij worden ze sterk gehinderd door een vreemde, vleesetende plant die in staat is om zichzelf voort te bewegen en om met zijn "soortgenoten" te communiceren: de triffid.
Deze wandelende planten besluipen de nu voor het grote merendeel blinde mensheid om hen aan te vallen met een giftige angel en daarna te wachten tot hun prooi ontbindt. Triffids voeden zich namelijk met rottend vlees...
Misschien las ik een povere vertaling, maar de stijl vond ik behoorlijk slecht. Ook het immer aanwezige en voor die tijd kenmerkende seksisme (hoewel Wyndham eigenlijk vrij vernieuwend en vooruitstrevend voor zijn tijd was hieromtrent) vond ik storend. Zo zijn de vrouwelijke personages in het boek vaak met hun uiterlijk bezig. Maar het verhaal op zich en het idee erachter vond ik boeiend en op een lugubere manier grappig.
Het humoristische zit hem voor mij in het feit dat de mensheid in het boek oprechte en terechte angst heeft voor de plantenwereld. Het is alsof moeder natuur wraak neemt voor de respectloze wijze waarmee de mens haar behandeld heeft! Het idee van de mens als opgejaagde, als prooi, vond ik heel verfrissend.
Het lugubere aan The day of the triffids vond ik de suggestie dat de triffid planten ontstaan zijn door experimenten met genetische manipulatie. Wyndham beschrijft hoe men de plant eerst "uitvindt", hoe men daarna ontdekt dat het (hij?zij?) zich kan verplaatsen, en dat deze plant bovenop zijn mobiele vaardigheden niet ongevaarlijk is.
Indien men triffids echter snoeit, vastbindt, of omheint, dan is er geen probleem met de giftige angel. En het allerbelangrijkste - zo laat Wyndham uitschijnen - aan de triffids is dat de planten zaden voortbrengen waaruit een waardevolle olie kan gewonnen worden.
Voor die olie zijn bedrijven bereid grote sommen te bieden en aan bedrijfsspionage te doen: het kapitalisme in actie. Kwekerijen van triffidplanten worden massaal opgezet. Zaad wordt in het geheim verhandeld.
Na enkele jaren blijken triffids plots over de gehele planeet voor te komen: het schrikbeeld van de genetisch gewijzigde plant die met behulp van wind en insecten (en of zelfs met terrorristen...) weet te ontsnappen!
Het idee van een rondwandelende, monsterlijke plant die mensen met een giftige angel aanvalt vond ik aanvankelijk puur komisch. Maar naarmate je meer achtergrondinformatie te weten komt (machtige bedrijven, veel geld in het spel, genetische wijzigingen, zaden die zich explosief verspreiden over de hele planeet) wordt dat idee van die horrorplant minder grappig. Een treffende passage uit het boek, over de triffids: "Ik zag ze nu met een walging, die ze vroeger nooit bij mij hadden opgewekt. Afschuwelijke, vreemde dingen die sommigen van ons op de een of andere wijze in het leven hadden geroepen en die door de rest van ons in zorgeloze hebzucht overal in de wereld waren gekweekt. Men kon er zelfs de natuur geen verwijt van maken. Ze waren gekweekt - zoals we mooie bloemen kweekten of lachwekkende parodieën van honden..."
Google "triffids" en "genetisch" en je vindt meteen een aantal enge voorbeelden van onverwachte effecten van genetische manipulatie. In de realiteit bestaan veel echt bizarre voorbeelden van genetisch gewijzigde organismen. Wat dacht je van katten die lichtgeven in het donker? Of menselijke oren die op de rug van muizen groeien? Of muizen die kwinkeleren als mussen? Bestaat - helaas? - allemaal. Kijk hier bijvoorbeeld, voor nog meer, in mijn opinie vreselijke, voorbeelden.
De Triffids komen! door John Wyndham
In de kringloopwinkel vond ik voor 50 cent The day of the triffids, van John Wyndham, uitgebracht in 1961.
Dit boek werd een echte hit, een cult bestseller. Een tv-serie en een film volgden, en ook vandaag nog kan je op het internet vele enthousiaste triffid-fans vinden.
Het verhaal gaat als volgt... Na een nacht waarin prachtige, vreemde lichten aan de hemel (men denkt: een komeet) verschijnen, is de volgende dag iedereen blind geworden, met uitzondering van enkelingen die door omstandigheden niet naar het lichtschouwspel hebben gekeken.
Totale chaos breekt uit.
Tom Macleigh, één van de weinige ziende overlevers, probeert zich zo goed en zo kwaad mogelijk te redden. Samen met enkele andere overlevers tracht hij een nieuw bestaan op te bouwen.
Daarbij worden ze sterk gehinderd door een vreemde, vleesetende plant die in staat is om zichzelf voort te bewegen en om met zijn "soortgenoten" te communiceren: de triffid.
Deze wandelende planten besluipen de nu voor het grote merendeel blinde mensheid om hen aan te vallen met een giftige angel en daarna te wachten tot hun prooi ontbindt. Triffids voeden zich namelijk met rottend vlees...
Misschien las ik een povere vertaling, maar de stijl vond ik behoorlijk slecht. Ook het immer aanwezige en voor die tijd kenmerkende seksisme (hoewel Wyndham eigenlijk vrij vernieuwend en vooruitstrevend voor zijn tijd was hieromtrent) vond ik storend. Zo zijn de vrouwelijke personages in het boek vaak met hun uiterlijk bezig. Maar het verhaal op zich en het idee erachter vond ik boeiend en op een lugubere manier grappig.
Het humoristische zit hem voor mij in het feit dat de mensheid in het boek oprechte en terechte angst heeft voor de plantenwereld. Het is alsof moeder natuur wraak neemt voor de respectloze wijze waarmee de mens haar behandeld heeft! Het idee van de mens als opgejaagde, als prooi, vond ik heel verfrissend.
Het lugubere aan The day of the triffids vond ik de suggestie dat de triffid planten ontstaan zijn door experimenten met genetische manipulatie. Wyndham beschrijft hoe men de plant eerst "uitvindt", hoe men daarna ontdekt dat het (hij?zij?) zich kan verplaatsen, en dat deze plant bovenop zijn mobiele vaardigheden niet ongevaarlijk is.
Indien men triffids echter snoeit, vastbindt, of omheint, dan is er geen probleem met de giftige angel. En het allerbelangrijkste - zo laat Wyndham uitschijnen - aan de triffids is dat de planten zaden voortbrengen waaruit een waardevolle olie kan gewonnen worden.
Voor die olie zijn bedrijven bereid grote sommen te bieden en aan bedrijfsspionage te doen: het kapitalisme in actie. Kwekerijen van triffidplanten worden massaal opgezet. Zaad wordt in het geheim verhandeld.
Na enkele jaren blijken triffids plots over de gehele planeet voor te komen: het schrikbeeld van de genetisch gewijzigde plant die met behulp van wind en insecten (en of zelfs met terrorristen...) weet te ontsnappen!
Het idee van een rondwandelende, monsterlijke plant die mensen met een giftige angel aanvalt vond ik aanvankelijk puur komisch. Maar naarmate je meer achtergrondinformatie te weten komt (machtige bedrijven, veel geld in het spel, genetische wijzigingen, zaden die zich explosief verspreiden over de hele planeet) wordt dat idee van die horrorplant minder grappig. Een treffende passage uit het boek, over de triffids: "Ik zag ze nu met een walging, die ze vroeger nooit bij mij hadden opgewekt. Afschuwelijke, vreemde dingen die sommigen van ons op de een of andere wijze in het leven hadden geroepen en die door de rest van ons in zorgeloze hebzucht overal in de wereld waren gekweekt. Men kon er zelfs de natuur geen verwijt van maken. Ze waren gekweekt - zoals we mooie bloemen kweekten of lachwekkende parodieën van honden..."
Google "triffids" en "genetisch" en je vindt meteen een aantal enge voorbeelden van onverwachte effecten van genetische manipulatie. In de realiteit bestaan veel echt bizarre voorbeelden van genetisch gewijzigde organismen. Wat dacht je van katten die lichtgeven in het donker? Of menselijke oren die op de rug van muizen groeien? Of muizen die kwinkeleren als mussen? Bestaat - helaas? - allemaal. Kijk hier bijvoorbeeld, voor nog meer, in mijn opinie vreselijke, voorbeelden.
Apocafictie: de triffids komen!
Waarom ik apocalyptische fictie bespreek op een blog over zelfvoorziening? Je leest het hier.
De Triffids komen! door John Wyndham
In de kringloopwinkel vond ik voor 50 cent The day of the triffids, van John Wyndham, uitgebracht in 1961.
Dit boek werd een echte hit, een cult bestseller. Een tv-serie en een film volgden, en ook vandaag nog kan je op het internet vele enthousiaste triffid-fans vinden.
Het verhaal gaat als volgt... Na een nacht waarin prachtige, vreemde lichten aan de hemel (men denkt: een komeet) verschijnen, is de volgende dag iedereen blind geworden, met uitzondering van enkelingen die door omstandigheden niet naar het lichtschouwspel hebben gekeken.
Totale chaos breekt uit.
Tom Macleigh, één van de weinige ziende overlevers, probeert zich zo goed en zo kwaad mogelijk te redden. Samen met enkele andere overlevers tracht hij een nieuw bestaan op te bouwen.
Daarbij worden ze sterk gehinderd door een vreemde, vleesetende plant die in staat is om zichzelf voort te bewegen en om met zijn "soortgenoten" te communiceren: de triffid.
Deze wandelende planten besluipen de nu voor het grote merendeel blinde mensheid om hen aan te vallen met een giftige angel en daarna te wachten tot hun prooi ontbindt. Triffids voeden zich namelijk met rottend vlees...
Misschien las ik een povere vertaling, maar de stijl vond ik behoorlijk slecht. Ook het immer aanwezige en voor die tijd kenmerkende seksisme (hoewel Wyndham eigenlijk vrij vernieuwend en vooruitstrevend voor zijn tijd was hieromtrent) vond ik storend. Zo zijn de vrouwelijke personages in het boek vaak met hun uiterlijk bezig. Maar het verhaal op zich en het idee erachter vond ik boeiend en op een lugubere manier grappig.
Het humoristische zit hem voor mij in het feit dat de mensheid in het boek oprechte en terechte angst heeft voor de plantenwereld. Het is alsof moeder natuur wraak neemt voor de respectloze wijze waarmee de mens haar behandeld heeft! Het idee van de mens als opgejaagde, als prooi, vond ik heel verfrissend.
Het lugubere aan The day of the triffids vond ik de suggestie dat de triffid planten ontstaan zijn door experimenten met genetische manipulatie. Wyndham beschrijft hoe men de plant eerst "uitvindt", hoe men daarna ontdekt dat het (hij?zij?) zich kan verplaatsen, en dat deze plant bovenop zijn mobiele vaardigheden niet ongevaarlijk is.
Indien men triffids echter snoeit, vastbindt, of omheint, dan is er geen probleem met de giftige angel. En het allerbelangrijkste - zo laat Wyndham uitschijnen - aan de triffids is dat de planten zaden voortbrengen waaruit een waardevolle olie kan gewonnen worden.
Voor die olie zijn bedrijven bereid grote sommen te bieden en aan bedrijfsspionage te doen: het kapitalisme in actie. Kwekerijen van triffidplanten worden massaal opgezet. Zaad wordt in het geheim verhandeld.
Na enkele jaren blijken triffids plots over de gehele planeet voor te komen: het schrikbeeld van de genetisch gewijzigde plant die met behulp van wind en insecten (en of zelfs met terrorristen...) weet te ontsnappen!
Het idee van een rondwandelende, monsterlijke plant die mensen met een giftige angel aanvalt vond ik aanvankelijk puur komisch. Maar naarmate je meer achtergrondinformatie te weten komt (machtige bedrijven, veel geld in het spel, genetische wijzigingen, zaden die zich explosief verspreiden over de hele planeet) wordt dat idee van die horrorplant minder grappig. Een treffende passage uit het boek, over de triffids: "Ik zag ze nu met een walging, die ze vroeger nooit bij mij hadden opgewekt. Afschuwelijke, vreemde dingen die sommigen van ons op de een of andere wijze in het leven hadden geroepen en die door de rest van ons in zorgeloze hebzucht overal in de wereld waren gekweekt. Men kon er zelfs de natuur geen verwijt van maken. Ze waren gekweekt - zoals we mooie bloemen kweekten of lachwekkende parodieën van honden..."
Google "triffids" en "genetisch" en je vindt meteen een aantal enge voorbeelden van onverwachte effecten van genetische manipulatie. In de realiteit bestaan veel echt bizarre voorbeelden van genetisch gewijzigde organismen. Wat dacht je van katten die lichtgeven in het donker? Of menselijke oren die op de rug van muizen groeien? Of muizen die kwinkeleren als mussen? Bestaat - helaas? - allemaal. Kijk hier bijvoorbeeld, voor nog meer, in mijn opinie vreselijke, voorbeelden.
De Triffids komen! door John Wyndham
In de kringloopwinkel vond ik voor 50 cent The day of the triffids, van John Wyndham, uitgebracht in 1961.
Dit boek werd een echte hit, een cult bestseller. Een tv-serie en een film volgden, en ook vandaag nog kan je op het internet vele enthousiaste triffid-fans vinden.
Het verhaal gaat als volgt... Na een nacht waarin prachtige, vreemde lichten aan de hemel (men denkt: een komeet) verschijnen, is de volgende dag iedereen blind geworden, met uitzondering van enkelingen die door omstandigheden niet naar het lichtschouwspel hebben gekeken.
Totale chaos breekt uit.
Tom Macleigh, één van de weinige ziende overlevers, probeert zich zo goed en zo kwaad mogelijk te redden. Samen met enkele andere overlevers tracht hij een nieuw bestaan op te bouwen.
Daarbij worden ze sterk gehinderd door een vreemde, vleesetende plant die in staat is om zichzelf voort te bewegen en om met zijn "soortgenoten" te communiceren: de triffid.
Deze wandelende planten besluipen de nu voor het grote merendeel blinde mensheid om hen aan te vallen met een giftige angel en daarna te wachten tot hun prooi ontbindt. Triffids voeden zich namelijk met rottend vlees...
Misschien las ik een povere vertaling, maar de stijl vond ik behoorlijk slecht. Ook het immer aanwezige en voor die tijd kenmerkende seksisme (hoewel Wyndham eigenlijk vrij vernieuwend en vooruitstrevend voor zijn tijd was hieromtrent) vond ik storend. Zo zijn de vrouwelijke personages in het boek vaak met hun uiterlijk bezig. Maar het verhaal op zich en het idee erachter vond ik boeiend en op een lugubere manier grappig.
Het humoristische zit hem voor mij in het feit dat de mensheid in het boek oprechte en terechte angst heeft voor de plantenwereld. Het is alsof moeder natuur wraak neemt voor de respectloze wijze waarmee de mens haar behandeld heeft! Het idee van de mens als opgejaagde, als prooi, vond ik heel verfrissend.
Het lugubere aan The day of the triffids vond ik de suggestie dat de triffid planten ontstaan zijn door experimenten met genetische manipulatie. Wyndham beschrijft hoe men de plant eerst "uitvindt", hoe men daarna ontdekt dat het (hij?zij?) zich kan verplaatsen, en dat deze plant bovenop zijn mobiele vaardigheden niet ongevaarlijk is.
Indien men triffids echter snoeit, vastbindt, of omheint, dan is er geen probleem met de giftige angel. En het allerbelangrijkste - zo laat Wyndham uitschijnen - aan de triffids is dat de planten zaden voortbrengen waaruit een waardevolle olie kan gewonnen worden.
Voor die olie zijn bedrijven bereid grote sommen te bieden en aan bedrijfsspionage te doen: het kapitalisme in actie. Kwekerijen van triffidplanten worden massaal opgezet. Zaad wordt in het geheim verhandeld.
Na enkele jaren blijken triffids plots over de gehele planeet voor te komen: het schrikbeeld van de genetisch gewijzigde plant die met behulp van wind en insecten (en of zelfs met terrorristen...) weet te ontsnappen!
Het idee van een rondwandelende, monsterlijke plant die mensen met een giftige angel aanvalt vond ik aanvankelijk puur komisch. Maar naarmate je meer achtergrondinformatie te weten komt (machtige bedrijven, veel geld in het spel, genetische wijzigingen, zaden die zich explosief verspreiden over de hele planeet) wordt dat idee van die horrorplant minder grappig. Een treffende passage uit het boek, over de triffids: "Ik zag ze nu met een walging, die ze vroeger nooit bij mij hadden opgewekt. Afschuwelijke, vreemde dingen die sommigen van ons op de een of andere wijze in het leven hadden geroepen en die door de rest van ons in zorgeloze hebzucht overal in de wereld waren gekweekt. Men kon er zelfs de natuur geen verwijt van maken. Ze waren gekweekt - zoals we mooie bloemen kweekten of lachwekkende parodieën van honden..."
Google "triffids" en "genetisch" en je vindt meteen een aantal enge voorbeelden van onverwachte effecten van genetische manipulatie. In de realiteit bestaan veel echt bizarre voorbeelden van genetisch gewijzigde organismen. Wat dacht je van katten die lichtgeven in het donker? Of menselijke oren die op de rug van muizen groeien? Of muizen die kwinkeleren als mussen? Bestaat - helaas? - allemaal. Kijk hier bijvoorbeeld, voor nog meer, in mijn opinie vreselijke, voorbeelden.
zondag 1 juni 2014
Zelf een kruidenspiraal maken
Het eerste wat ik in mijn nieuwe tuin deed, was een kruidenspiraal aanleggen. De vorige bewoners van ons huis hadden een gigantische hoop klinkers achtergelaten, waarvan ik vermoed dat ze er de oprit mee wilden betegelen.
Ik heb van die klinkers heel dankbaar gebruik gemaakt om de kruidenspiraal mee te maken.
Een foto van deze kruidencirkel in mei:
Zicht op de los gestapelde stenen:
In deze spiraal staan: oregano, salie, citroenmelisse, kleine pimpernel, tripmadam, anijshyssop, dragon, moederkruid, robertskruid, tijm, citroenkruid, alsem en munt.
Onlangs stond er een aankondigingsbordje in de straat vlakbij van een buur die zijn oude bakstenen wegdeed. Die bakstenen ben ik met een trekkar gaan halen - daar was ik als de kippen bij! Onze eerste kruidenspiraal doet het namelijk zo goed, en is zo mooi, dat ik deze kans op gratis stenen met beide handen aangreep om een tweede kruidenspiraal mee te bouwen.
Hier een foto van deze tweede spiraal, ook in mei (je moet al goed kijken wil je de bakstenen nog zien):
De kruiden die ik hier geplant heb (al kan je ze niet zien) zijn malrove, wijnruit, roomse kervel, allerlei soorten tijm, bieslook en muntsoorten.
Het was niet de bedoeling dat al die phacelia (een bijenplant) er zou staan, maar blijkbaar heb ik de spiraal met grond gevuld van een plek waar heel wat phaceliazaad lag.
Het is de bedoeling dat er kruiden (en niet alleen phacelia) in de spiraal zullen groeien, maar ik vind dat paarse bloemetje zo mooi, zo lekker ruiken en er komen ZO veel hommeltjes en bijtjes op af dat ik het zonde zou vinden om ze uit te trekken. Phacelia is eenjarig, en volgend jaar zullen de kruiden dus meer plaats krijgen!
Hoe begin je aan een kruidenspiraal?
Nodig:
1.Bouwmateriaal. Gebruik wat voorhanden is: bakstenen, klinkers, dakpannen, ...
2.Werkhandschoenen (als je je handen geen pijn wil doen)
3.Kruiwagen
4.Puin of andere stenen waarmee je de diepere delen kan opvullen.
5.Grond om mee op te vullen
6.Compost
7.Kruiden
Hoe maak je het?
1.Bepaal de plaats waar de spiraal moet komen. Een goede plaats is niet al te ver van je keuken, ligt zonnig, en is ruim genoeg.
2.Maak de gekozen plek glad.
3.Ik tekende geen plan uit, maar begon gewoon stenen te leggen, in de vorm van een slakkenhuis. Regelmatig even stoppen en kijken of de vorm nog rond genoeg naar je zin is, en desnoods aanpassen.
4.Je begint laag en eindigt hoog. Zorg ervoor dat de stenen muurtjes die je stapelt niet kunnen omvallen. Stapel tapsgewijs en zorg voor voldoende steunpunten en stutpunten met extra stenen tussenin.
5.Is de vorm helemaal af, dan kan je beginnen vullen met grond. De diepste delen kan je met steenafaval en extra stenen voor steun opvullen. De bovenste laag bestaat uit compost.
6.Kruiden planten, en klaar!
Voordelen van een kruidenspiraal:
1.Alle eetbare smaakmakers op één plek samen: handig!
2.Doordat je in hoogtes en laagtes werkt bespaar je plaats.
3.Ook omwille van de hoogtes en laagtes, schaduw en zonkanten kan je de voorzien in de behoeftes van de kruiden: rozemarijn en tijm op een zonnige, hoge plek, munt in de schaduw, etc.
4.Door alle holtes, spleetjes en kieren die je met de stenen creëert, biedt je heel wat dieren een schuilplaats. In onze kruidenspiraal huisden reeds wespen (niet zo fijn, misschien, maar het aantal steken bleef gelukkig beperkt tot 2), talloze insecten, de vogeltjes zie ik regelmatig erin en eronder duiken, en eens hoorde ik een muisje herfstbladeren verslepen tussen twee stenen in. En af en toe kruipt er een kip of loopeend in als ze een nest willen maken!
5.Een kruidenspiraal is een lust voor het oog...
Ik heb van die klinkers heel dankbaar gebruik gemaakt om de kruidenspiraal mee te maken.
Een foto van deze kruidencirkel in mei:
Zicht op de los gestapelde stenen:
In deze spiraal staan: oregano, salie, citroenmelisse, kleine pimpernel, tripmadam, anijshyssop, dragon, moederkruid, robertskruid, tijm, citroenkruid, alsem en munt.
Onlangs stond er een aankondigingsbordje in de straat vlakbij van een buur die zijn oude bakstenen wegdeed. Die bakstenen ben ik met een trekkar gaan halen - daar was ik als de kippen bij! Onze eerste kruidenspiraal doet het namelijk zo goed, en is zo mooi, dat ik deze kans op gratis stenen met beide handen aangreep om een tweede kruidenspiraal mee te bouwen.
Hier een foto van deze tweede spiraal, ook in mei (je moet al goed kijken wil je de bakstenen nog zien):
De kruiden die ik hier geplant heb (al kan je ze niet zien) zijn malrove, wijnruit, roomse kervel, allerlei soorten tijm, bieslook en muntsoorten.
Het was niet de bedoeling dat al die phacelia (een bijenplant) er zou staan, maar blijkbaar heb ik de spiraal met grond gevuld van een plek waar heel wat phaceliazaad lag.
Het is de bedoeling dat er kruiden (en niet alleen phacelia) in de spiraal zullen groeien, maar ik vind dat paarse bloemetje zo mooi, zo lekker ruiken en er komen ZO veel hommeltjes en bijtjes op af dat ik het zonde zou vinden om ze uit te trekken. Phacelia is eenjarig, en volgend jaar zullen de kruiden dus meer plaats krijgen!
Hoe begin je aan een kruidenspiraal?
Nodig:
1.Bouwmateriaal. Gebruik wat voorhanden is: bakstenen, klinkers, dakpannen, ...
2.Werkhandschoenen (als je je handen geen pijn wil doen)
3.Kruiwagen
4.Puin of andere stenen waarmee je de diepere delen kan opvullen.
5.Grond om mee op te vullen
6.Compost
7.Kruiden
Hoe maak je het?
1.Bepaal de plaats waar de spiraal moet komen. Een goede plaats is niet al te ver van je keuken, ligt zonnig, en is ruim genoeg.
2.Maak de gekozen plek glad.
3.Ik tekende geen plan uit, maar begon gewoon stenen te leggen, in de vorm van een slakkenhuis. Regelmatig even stoppen en kijken of de vorm nog rond genoeg naar je zin is, en desnoods aanpassen.
4.Je begint laag en eindigt hoog. Zorg ervoor dat de stenen muurtjes die je stapelt niet kunnen omvallen. Stapel tapsgewijs en zorg voor voldoende steunpunten en stutpunten met extra stenen tussenin.
5.Is de vorm helemaal af, dan kan je beginnen vullen met grond. De diepste delen kan je met steenafaval en extra stenen voor steun opvullen. De bovenste laag bestaat uit compost.
6.Kruiden planten, en klaar!
Voordelen van een kruidenspiraal:
1.Alle eetbare smaakmakers op één plek samen: handig!
2.Doordat je in hoogtes en laagtes werkt bespaar je plaats.
3.Ook omwille van de hoogtes en laagtes, schaduw en zonkanten kan je de voorzien in de behoeftes van de kruiden: rozemarijn en tijm op een zonnige, hoge plek, munt in de schaduw, etc.
4.Door alle holtes, spleetjes en kieren die je met de stenen creëert, biedt je heel wat dieren een schuilplaats. In onze kruidenspiraal huisden reeds wespen (niet zo fijn, misschien, maar het aantal steken bleef gelukkig beperkt tot 2), talloze insecten, de vogeltjes zie ik regelmatig erin en eronder duiken, en eens hoorde ik een muisje herfstbladeren verslepen tussen twee stenen in. En af en toe kruipt er een kip of loopeend in als ze een nest willen maken!
5.Een kruidenspiraal is een lust voor het oog...
Zelf een kruidenspiraal maken
Het eerste wat ik in mijn nieuwe tuin deed, was een kruidenspiraal aanleggen. De vorige bewoners van ons huis hadden een gigantische hoop klinkers achtergelaten, waarvan ik vermoed dat ze er de oprit mee wilden betegelen.
Ik heb van die klinkers heel dankbaar gebruik gemaakt om de kruidenspiraal mee te maken.
Een foto van deze kruidencirkel in mei:
Zicht op de los gestapelde stenen:
In deze spiraal staan: oregano, salie, citroenmelisse, kleine pimpernel, tripmadam, anijshyssop, dragon, moederkruid, robertskruid, tijm, citroenkruid, alsem en munt.
Onlangs stond er een aankondigingsbordje in de straat vlakbij van een buur die zijn oude bakstenen wegdeed. Die bakstenen ben ik met een trekkar gaan halen - daar was ik als de kippen bij! Onze eerste kruidenspiraal doet het namelijk zo goed, en is zo mooi, dat ik deze kans op gratis stenen met beide handen aangreep om een tweede kruidenspiraal mee te bouwen.
Hier een foto van deze tweede spiraal, ook in mei (je moet al goed kijken wil je de bakstenen nog zien):
De kruiden die ik hier geplant heb (al kan je ze niet zien) zijn malrove, wijnruit, roomse kervel, allerlei soorten tijm, bieslook en muntsoorten.
Het was niet de bedoeling dat al die phacelia (een bijenplant) er zou staan, maar blijkbaar heb ik de spiraal met grond gevuld van een plek waar heel wat phaceliazaad lag.
Het is de bedoeling dat er kruiden (en niet alleen phacelia) in de spiraal zullen groeien, maar ik vind dat paarse bloemetje zo mooi, zo lekker ruiken en er komen ZO veel hommeltjes en bijtjes op af dat ik het zonde zou vinden om ze uit te trekken. Phacelia is eenjarig, en volgend jaar zullen de kruiden dus meer plaats krijgen!
Hoe begin je aan een kruidenspiraal?
Nodig:
1.Bouwmateriaal. Gebruik wat voorhanden is: bakstenen, klinkers, dakpannen, ...
2.Werkhandschoenen (als je je handen geen pijn wil doen)
3.Kruiwagen
4.Puin of andere stenen waarmee je de diepere delen kan opvullen.
5.Grond om mee op te vullen
6.Compost
7.Kruiden
Hoe maak je het?
1.Bepaal de plaats waar de spiraal moet komen. Een goede plaats is niet al te ver van je keuken, ligt zonnig, en is ruim genoeg.
2.Maak de gekozen plek glad.
3.Ik tekende geen plan uit, maar begon gewoon stenen te leggen, in de vorm van een slakkenhuis. Regelmatig even stoppen en kijken of de vorm nog rond genoeg naar je zin is, en desnoods aanpassen.
4.Je begint laag en eindigt hoog. Zorg ervoor dat de stenen muurtjes die je stapelt niet kunnen omvallen. Stapel tapsgewijs en zorg voor voldoende steunpunten en stutpunten met extra stenen tussenin.
5.Is de vorm helemaal af, dan kan je beginnen vullen met grond. De diepste delen kan je met steenafaval en extra stenen voor steun opvullen. De bovenste laag bestaat uit compost.
6.Kruiden planten, en klaar!
Voordelen van een kruidenspiraal:
1.Alle eetbare smaakmakers op één plek samen: handig!
2.Doordat je in hoogtes en laagtes werkt bespaar je plaats.
3.Ook omwille van de hoogtes en laagtes, schaduw en zonkanten kan je de voorzien in de behoeftes van de kruiden: rozemarijn en tijm op een zonnige, hoge plek, munt in de schaduw, etc.
4.Door alle holtes, spleetjes en kieren die je met de stenen creëert, biedt je heel wat dieren een schuilplaats. In onze kruidenspiraal huisden reeds wespen (niet zo fijn, misschien, maar het aantal steken bleef gelukkig beperkt tot 2), talloze insecten, de vogeltjes zie ik regelmatig erin en eronder duiken, en eens hoorde ik een muisje herfstbladeren verslepen tussen twee stenen in. En af en toe kruipt er een kip of loopeend in als ze een nest willen maken!
5.Een kruidenspiraal is een lust voor het oog...
Ik heb van die klinkers heel dankbaar gebruik gemaakt om de kruidenspiraal mee te maken.
Een foto van deze kruidencirkel in mei:
Zicht op de los gestapelde stenen:
In deze spiraal staan: oregano, salie, citroenmelisse, kleine pimpernel, tripmadam, anijshyssop, dragon, moederkruid, robertskruid, tijm, citroenkruid, alsem en munt.
Onlangs stond er een aankondigingsbordje in de straat vlakbij van een buur die zijn oude bakstenen wegdeed. Die bakstenen ben ik met een trekkar gaan halen - daar was ik als de kippen bij! Onze eerste kruidenspiraal doet het namelijk zo goed, en is zo mooi, dat ik deze kans op gratis stenen met beide handen aangreep om een tweede kruidenspiraal mee te bouwen.
Hier een foto van deze tweede spiraal, ook in mei (je moet al goed kijken wil je de bakstenen nog zien):
De kruiden die ik hier geplant heb (al kan je ze niet zien) zijn malrove, wijnruit, roomse kervel, allerlei soorten tijm, bieslook en muntsoorten.
Het was niet de bedoeling dat al die phacelia (een bijenplant) er zou staan, maar blijkbaar heb ik de spiraal met grond gevuld van een plek waar heel wat phaceliazaad lag.
Het is de bedoeling dat er kruiden (en niet alleen phacelia) in de spiraal zullen groeien, maar ik vind dat paarse bloemetje zo mooi, zo lekker ruiken en er komen ZO veel hommeltjes en bijtjes op af dat ik het zonde zou vinden om ze uit te trekken. Phacelia is eenjarig, en volgend jaar zullen de kruiden dus meer plaats krijgen!
Hoe begin je aan een kruidenspiraal?
Nodig:
1.Bouwmateriaal. Gebruik wat voorhanden is: bakstenen, klinkers, dakpannen, ...
2.Werkhandschoenen (als je je handen geen pijn wil doen)
3.Kruiwagen
4.Puin of andere stenen waarmee je de diepere delen kan opvullen.
5.Grond om mee op te vullen
6.Compost
7.Kruiden
Hoe maak je het?
1.Bepaal de plaats waar de spiraal moet komen. Een goede plaats is niet al te ver van je keuken, ligt zonnig, en is ruim genoeg.
2.Maak de gekozen plek glad.
3.Ik tekende geen plan uit, maar begon gewoon stenen te leggen, in de vorm van een slakkenhuis. Regelmatig even stoppen en kijken of de vorm nog rond genoeg naar je zin is, en desnoods aanpassen.
4.Je begint laag en eindigt hoog. Zorg ervoor dat de stenen muurtjes die je stapelt niet kunnen omvallen. Stapel tapsgewijs en zorg voor voldoende steunpunten en stutpunten met extra stenen tussenin.
5.Is de vorm helemaal af, dan kan je beginnen vullen met grond. De diepste delen kan je met steenafaval en extra stenen voor steun opvullen. De bovenste laag bestaat uit compost.
6.Kruiden planten, en klaar!
Voordelen van een kruidenspiraal:
1.Alle eetbare smaakmakers op één plek samen: handig!
2.Doordat je in hoogtes en laagtes werkt bespaar je plaats.
3.Ook omwille van de hoogtes en laagtes, schaduw en zonkanten kan je de voorzien in de behoeftes van de kruiden: rozemarijn en tijm op een zonnige, hoge plek, munt in de schaduw, etc.
4.Door alle holtes, spleetjes en kieren die je met de stenen creëert, biedt je heel wat dieren een schuilplaats. In onze kruidenspiraal huisden reeds wespen (niet zo fijn, misschien, maar het aantal steken bleef gelukkig beperkt tot 2), talloze insecten, de vogeltjes zie ik regelmatig erin en eronder duiken, en eens hoorde ik een muisje herfstbladeren verslepen tussen twee stenen in. En af en toe kruipt er een kip of loopeend in als ze een nest willen maken!
Abonneren op:
Posts (Atom)