zondag 20 oktober 2013

Boekbespreking: De Vrolijke Veganist

Boekbespreking: De Vrolijke Veganist door Floris Van Den Berg, uitgegeven bij Houtekiet


Telkens als ik een boek over veganisme ga lezen, moet ik mezelf een beetje "dwingen," net als wanneer ik naar een film over WO II ga kijken.  Ik weet dat ik vreselijke waarheden aan de weet ga komen, waar ik me achteraf echt ziek van kan voelen.
Nadien ben ik toch altijd ergens gesterkt: ik weet dan weer glashelder waarom ik tegen fascisme ben, en waarom ik geen dieren eet.

De Vrolijke Veganist echter heb ik met veel plezier gelezen.  Het boek is, voor een vegetariër en veganist althans, een "feest van herkenning" zoals de auteur zelf zegt.  Er staan weinig gruweldetails in over de mishandeling van dieren, maar des te meer interessante filosofie en goed opgebouwde argumenten.
In een heldere taal houdt Van Den Berg een duidelijk betoog tegen het instrumentele gebruik van dieren, of het nu gaat om paarden in de manege of kippen op je bord.
Van Den Berg gaat lekker tekeer tegen alle misbruik.  Zo is hij niet beschroomd om vleeseters "morele monsters" te noemen.  Hij is heerlijk direct en recht voor de raap, vol woede en verontwaardiging.  Zijn aanpak is aanvallend, en dat deed mij deugd!
In veel betogen tegen de intensieve veehouderij wordt alles immers heel voorzichtig en omzichtig beschreven, het taalgebruik is heel positief.  Ik ben ervan overtuigd dat die vriendelijkere aanpak, waar bijvoorbeeld Eva vzw gebruik van maakt, op de lange duur meer impact zal hebben dan de aanvallende schock doctrine.  Toch vond ik het zalig om Van Den Bergs betoog te lezen, en heb ik er veel van opgestoken.
"Ik weet dat het zinloos is om te fulmineren.  Ik doe het toch.  Ik ben ook maar een mens," geeft Van Den Berg toe.
Fulmineren kan soms verademend werken!

Dat de intensieve veehouderij veel leed aan dieren berokkent en een grote bijdrage aan de milieuvervuiling levert vormt een urgent moreel en politiek probleem.  Wil je deel zijn van dat probleem, dan behoor je tot het kamp van de vleeseters.  Wil je een oplossing bieden, dan kan je vandaag nog stoppen met het consumeren van dieren en dierlijke producten.
De boodschap van dit boek is eenvoudigweg: behandel uw naaste als uzelf - alleen moet het woord "naaste" hier in veel bredere zin opgevat worden.  Je naaste, dat is ook de koe in de wei, de hond, het varken.
Alle dieren met een centraal zenuwstelsel zijn in feite individuen (vergelijk bv maar eens de karakters van je katten, kippen, ...) die in staat zijn tot lijden.  En als wij ethisch goed willen leven, dan moeten wij alles binnen onze macht doen om het lijden van anderen te voorkomen.

Dat er in onze moderne maatschappij op grote schaal dieren mishandeld en gedood worden voor consumptie is een enorm schandaal, een blinde morele vlek die kan vergeleken worden met het uitbuiten van de slaven in vroegere tijden, of het ontzeggen van rechten aan vrouwen, homoseksuelen, ...
Zoals Karin Duve in haar mooie boek "Mijn leven als proefkonijn" het zo treffend verwoordde:  Een misdaad blijft ook een misdaad als iedereen hem begaat."

In het eerste deel van het boek behandelt Floris de dierethiek, waarbij hij boeken van verschillende auteurs, zoals Duve, bespreekt om een theoretisch kader te schetsen voor zijn filosofische onderbouwing.
Louise Fresco, met haar boek "Hamburgers in het Paradijs," wordt genadeloos neergesabeld - en terecht.
Bijzonder interessant vond ik de bespreking van een theorie van Erno Eskens, die symbolen gebruikt om op te sommen wat je als mens allemaal kan doen om de situatie van de dieren ten goede te veranderen:
1.de zwachtel: opvang en verzorging van zieke of mishandelde dieren
2.het wetboek: verandering via politieke weg, zoals de partij voor de dieren
3.het spandoek: je aansluiten bij een vereniging die zich inzet voor de dieren, hetzij passief via lidgeld, hetzij actief via vrijwilligerswerk
4.de bivakmuts: meedoen aan acties die buiten de wet vallen om geweld tegen dieren te stoppen.  Interessant is zeker ook de bespreking van gerechtvaardigde vormen van geweld hierbij.
Van Den Berg voegt hier nog een 5e symbool, nl De Vork, aan toe: je kan bij je eigen bord beginnen door te beslissen geen dierlijke producten meer te eten.  De macht van de consument is sterker dan je denkt!

Van Den Berg introduceert het universeel subjectivisme als levensfilosofie.  Dit is een procedure om te achterhalen wat goed en slecht is.  In een gedachte experiment mag ieder voor zich bepalen hoe hij of zij de maatschappij zou organiseren.  Maar de "catch" is dat je wel in gedachten moet houden dat je zelf in gelijk welke positie in die maatschappij terecht kan komen: dus ook in de slechtst denkbare positie.  Wat als je gehandicapt geboren werd, hoe zou je dan willen dat de samenleving eruit zag?  Of wat als je als varken ter wereld kwam?  Zou je dan kiezen voor het donkere hok in de intensieve veehouderij, of toch maar voor het vrije veld met de modderpoel?
De conclusie is dat het dierenleed in de intensieve veehouderij onverenigbaar is met een ethische manier van leven.  
    
In deel twee schrijft Van Den Berg in Vraag en Antwoord vorm.  Hij bespreekt alle tegenargumenten die hij tijdens zijn lezingen is tegengekomen, en verdedigt steeds het veganisme als enige ware ethische manier van leven.  Als een razende Socrates gaat hij tekeer, lijkt hij je aan te klampen en KEN UZELF te roepen!
De vragen en antwoorden zijn doorspekt met persoonlijke anecdotes, en een flinke portie droge en zwarte humor.  De antwoorden zijn heel nuttig voor mensen die ervoor kiezen geen dieren en dierlijke producten meer te eten.
Hoe meer je leest, hoe bevreemdender het soms wordt: dat mensen woest de dierenbescherming en de politie opbellen als men het paard in de wei verwaarloost; dat ze hun kinderen leren dat je niet aan de hond zijn oren mag trekken, maar dat ze wel zonder verpinken het varkenslapje verorberen dat afkomstig is van een dier dat een leven van afgrijselijk lijden heeft doorgemaakt...  

Deel drie verklaart waarom veganisten vrolijk(er) zijn: ze zijn verlost van schuldgevoelens, want ze doen niet mee aan de wreedheden.  Ze zijn gezonder, en ze genieten van heerlijke maaltijden.  Het ultieme ideaal is de eco-veganist, die zowel veganistisch, biologisch, lokaal en fairtrade leeft; die meehelpt om een duurzamere manier van gewassen verbouwen te verwezelijken.  Hierbij wordt ook permacultuur genoemd.
Een vonkje van hoop voor een vrolijke veganist in een wereld van wreedheid is de cultuuromslag met betrekking tot roken.  Tot voor kort rookte iedereen om het even waar, ondanks het feit dat roken ongezond is.  Tegenwoordig is er een rookverbod, en gaan rokers al uit zichzelf naar buiten.
Laat ons hopen dat binnenkort het eten van vlees en het consumeren van dierlijke producten als verwerpelijk beschouwd zal worden.  Daar zijn redenen genoeg voor, en Van Den Berg behandelt deze redenen in detail.
Een fantastisch boek, dat de lezer misschien enigszins verweesd zal achterlaten: er is nog een lange weg te gaan...  Bij het lezen dacht ik telkens "Ja, inderdaad!" - wie de olifant in de kamer heeft opgemerkt, kan niet meer doen of die olifant er niet meer is.  Wie weet heeft van de gruwelen van de intensieve veehouderij, kan niet meer zonder schuldgevoel vlees eten.
Helaas zijn er mensen genoeg die de olifant in de kamer wel hebben opgemerkt, maar die hem dan maar in de kleur van het behang schilderen...  Zelf behoor ik tot de mensen die af en toe sociale conventies boven hun morele principes plaatsen, zoals Van Den Berg zegt: op een feestje zal ik helaas af en toe een stuk ei-bevattende cake eten om de gastvrouw niet te kwetsen.
Ik troost me aan de woorden van Roos Vonk: "Ik leef liever inconsequent goed dan consequent fout."  Ik probeer te doen wat ik kan. 
In mijn eigen vriendenkring heeft iedereen al weet van het waarom van veganisme, maar in the real world, of Lalaland zoals Van Den Berg zegt, zitten mensen met kanjers van blinde vlekken.  Als individu is het soms moeilijk om daar tegenop te boksen, en daarom is dit boek heel belangrijk: het kan je steun bieden.
Wat mij betreft verplichte kost voor alle eerstejaars universitairen - en voor de proffen...
Na het lezen van dit boek bedacht ik dat er eigenlijk een veganistische lobby zou moeten zijn die enorme reclame campagnes zou moeten opzetten rond het hoe en waarom van veganisme.  TV is iets waar ik zelf niet naar kijk, maar ik denk dat het helaas het enige medium is waarmee we snel de grote massa's zouden kunnen bereiken.  TV-reportages hebben enorm veel impact...
Daar zou echter erg veel geld voor nodig zijn.  Is er een veganistische miljardair in de zaal? 

2 opmerkingen:

Nans zei

Ik ben geen veganist, maar wat een mooi stukje!
Het nodigt uit om het boek te lezen.

Dank je wel!
Leuk blog ook trouwens.

Krol zei

Dankjewel voor de vriendelijke woorden! Het boek is echt de moeite waard - en je hoeft absoluut geen veganist te zijn omhet te lezen... Groetjes!