donderdag 30 maart 2023

Kleine Wandelavonturen: smeltsneeuw, poedersuiker, oervuur

Kleine Wandelavonturen: smeltsneeuw, poedersuiker, oervuur.

Een nieuwe reeks: korte stukjes over de kleine avonturen die mijn hond en ik beleven tijdens onze dagelijkse wandeling, doorheen alle seizoenen...

Het smeltsneeuwt en de wegen zijn glad, dus vandaag vermijden we de straten en banjeren we door bos en veld. Eens we ons in de open ruimte van de weien bevinden, vallen de schoonheid van de grauwe lucht en de schakeringen groen en wolk op ons, zoals de sneeuw. Het is ploeteren doorheen de zompige modder, het schemert nog, en de wind snijdt. 

Dan belanden we aan de bosingang, die door twee veteraanbomen geflankeerd wordt: dikke, oude eiken. De boswachters. Ze worden innig omhelsd door donkergroene klimop, die nu een sneeuwrandje draagt. In het bos is het stil, en adembenemend mooi. Alle takken zijn met een poedersuikeren laagje behangen en de sneeuw op het pad knerpt onder mijn voeten. We lopen door een winters wonderland, een sprookjesbos. Die uitdrukkingen: poedersuiker, knerpen, wonderland en sprookjesbos, die moèt je gewoon gebruiken als het sneeuwt -- daar kan je niet om heen.

Ik herinner me de stilte tijdens een andere sneeuwwandeling middenin een vroege maartse ochtend in de allereerste lockdown. Het was magisch. De lucht was nog donker, maar de sneeuw reflecteerde mysterieus het licht van de sterren en de maan, en het was onwezenlijk stil. Geen af - en aanrijdend verkeer, geen vliegtuigen, geen landbouwmachines. Geen vogels. 

Ik denk aan mensen van lang geleden. Hoe die door deze bossen liepen, als het sneeuwde. Geruisloos, hyperalert. Hadden ze laarzen van dierenhuiden? Het wandelen heeft me warm gemaakt en in het bos, beschut door de bomen, is het haast gezellig qua temperatuur. Maar ik weet dat ik zodadelijk terug naar binnen kan, waar de verwarming opstaat en mijn ontbijt klaarstaat. Oermensen hadden geen 'binnen'. 

Hoewel: het kan haast niet anders of ze hadden een kamp, met een vuur. Vlammen die door een thuisblijver werden gevoed en levend gehouden. Misschien nog veel huiselijker dan mijn eettafel: om door de kieren heen het bos, de poedersuiker, en het vreemde witte licht te kunnen waarnemen. 

Er zijn geen kleuren, terug in het veld: overal wit. Enkel een vaag vermoeden van hazelaarkatjes en af en toe een plekje gele urine van een onbekend dier in de sneeuw. De hond krijgt haar dolle vijf minuten. Ze spurt cirkels en achten, gooit zich in de sneeuw en tolt om en om. Toch nog kleur: haar lange roze tong hangt uit haar bek. Dan krijgt ze er genoeg van.

Ik zeg de oermensen die nog 'verder leven' in de bepoedersuikerde planten en bomen van vandaag beleefd gedag. We gaan naar huis, naar de verwarming, de eetbak en het ontbijt.

Geen opmerkingen: