Afgelopen weken keek ik afwisselend naar series als "
A farm for the future" (over permacultuur), de BBC serie "
The future of food" en de apocalyptische reeks
The Walking Dead, waarin een groepje mensen probeert te overleven na een ramp.
In de documentaires gaat het over hoe enorm olie-afhankelijk onze landbouw, en bijgevolg ons voedsel is. Onze dagelijkse boterham is als het ware doordrenkt van de olie: er is olie nodig voor de grote tractoren waarmee men het graan zaait, er zit olie in de pesticiden en herbiciden waarmee conventioneel graan bespoten wordt, evenals in de kunstmest. Olie is nodig om het graan te oogsten en om het industrieel te drogen, om nog maar te zwijgen van het transport naar fabrieken waarin het tot brood verwerkt wordt, en daarna nogmaals transport tot in de winkel.
De boerin in A farm for the future zoekt naar nieuwe manieren om landbouw te bedrijven, omdat de olie ooit op zal zijn. En ook in The future of food komt men tot de conclusie dat olie eindig is, en daarmee ook de enorme weelde aan eten die we vandaag gewend zijn.
In de Walking Dead, tenslotte, vang je een glimp op van hoe het zou kunnen zijn als er morgen iets ernstigs gebeurt met de wereld.
Al dit beeldmateriaal zette me aan het denken. Als morgen de olie op is, zouden we dan verder kunnen? Hoe zelfvoorzienend zijn wij eigenlijk?
De uitkomst is niet zo rooskleurig. Het is niet mijn bedoeling om zwartgallig te doen of om mensen angst aan te jagen, ik vind het gewoon eens interessant om na te denken over een mogelijke toekomst.
Ik beeldde me de volgende situatie in:
Het is december, de winter staat voor de deur. Er is een ramp gebeurd. Denk aan terroristen, of het internet dat plotsklaps plat ligt (met enorme chaos als gevolg, ga maar na hoe afhankelijk bedrijven vandaag van dat net zijn), of een dodelijk virus dat in die vreselijke kippenfabrieken ontspringt. Deze scenario's zijn overigens niet denkbeeldig. De wiskundige Casti schreef er een boek over: "
De perfecte ramp."
Chaos is het gevolg. Mensen slaan massaal aan het plunderen, er zijn rellen en ongeregeldheden, waardoor het niet langer veilig is om naar de lokale supermarkt te gaan om goederen in te slaan.
Welke gevolgen heeft dit?
s Ochtends eet ik normaalgezien een kommetje
haver met
rijstmelk,
rozijntjes en een
appel. En een kopje groene thee erbij.
Enkel de
appel schiet over na een ramp, en dan nog alleen als ik er op tijd aan gedacht heb om mijn appeloogst te drogen. En om eerlijk te zijn: onze appeloogst was goed, dit jaar, maar ondertussen ook alweer volledig op.
Om
haver te telen heb je veel grond nodig en opslagruimte.
Rijst groeit hier niet, en onze druivelaars brengen nog geen
druiven voort. Ik heb wel al een keer vlierbessen gedroogd (let op: vlierbes is giftig wanneer het rauw is, maar het gif verdwijnt wanneer je de bessen kookt of ze droogt), maar dat is toch niet hetzelfde.
Thee kan je in principe binnenshuis kweken (zie
bespreking boek James Wong), maar ik heb zo geen plant. Ik kan nog wel
zelf gefermenteerde thee uit eigen tuin drinken, maar het opwekkende effect ervan kan ik vergeten.
Mijn vriend eet
brood s morgens, maar ook dat kan nu niet meer. We hebben de ruimte noch de opslagplaats om graan te telen.
Onze tanden poetsen met
tandpasta uit de winkel gaat binnenkort ook niet meer. We hebben nog een voorraadje, maar dat is straks op. Dan maar met
salieblad, de goedkoopste tandpasta uit de natuur - onze tuin staat er vol mee!
Als deo gebruik ik
zuiveringszout. Ik heb wel een voorraad, maar ik zou niet weten hoe ik dit zout moet ontginnen. Ik gebruik het eveneens voor
zelfgemaakt afwasmiddel, in de vorm van
soda (zuiveringszout bestaat uit gemalen sodakorrels). Als de zak op is, zullen we enkel met water en zand kunnen afwassen.
Ook de
zeep is bijna op.
Zeep is toch wel belangrijk in verband met bacterieen en ontsmettingsgevaar. Voorlopig kunnen we
azijn gebruiken - azijn is makkelijk te maken, gewoon fruit in water weken. Alleen moet je daar eetbaar fruit voor opofferen...
Ik weet in principe ruwweg hoe je zeep kan maken uit
houtas.
Voor die houtas hebben we eerst een
vuurtje nodig. Komt misschien van pas nu het koud is en onze verwarming (die op
electriciteit werkt) het niet meer doet. Voor zonnepanelen hebben we nog geen budget gehad, en onze kachel is helaas nog niet geinstalleerd. Een voorraad hout is er gelukkig wel. Dat zullen we nog kunnen gebruiken als onze
gasflessen (om mee te koken) op zijn...
En om ons te verwarmen... In vergelijking met de vorige generatie ben ik een kasplantje, dat bij de minste kou geen energie meer heeft. Mijn moeder werd nog wakker met ijsbloemen op haar ruit. De grootvader van mijn vriend werd eens wakker met sneeuw op zijn schouders (hij lag onder het dak, er was een gat). In dat opzicht ben ik al van bij mijn geboorte strontverwend, en niks meer gewoon.
Zonder electriciteit hebben we s avonds overigens ook
geen licht. Ik heb nog een schuif vol
kaarsen, maar wat als ze op zijn? Wij hebben twee bijenkasten staan, en we laten de bijen zelf hun was bouwen. Maar we oogsten heel weinig raten, en met de geoogste was die ik heb liggen, zullen we niet lang licht hebben. s Avonds vroeg naar bed, dan maar...
Met het uitdoven van de electriciteit is opeens ook een heel groot deel
kennis weg. De gigantisch grote encyclopedie die ik meerdere malen per dag gebruik: het
internet, is weg. Al die interessante sites en recepten en info die ik had opgeslagen: weg. Gelukkig heb ik door de jaren heen
boeken verzameld over tuinieren, inmaken, koken, fermenteren, manden vlechten, bijen houden, enzovoort.
Het middagmaal (dat meestal uit boterhammen bestaat) slaan we maar over.
Maar waarmee kunnen we ons nog voeden, eens onze voorraden op zijn? Zijn we, op zijn minst op het vlak van eten, zelfvoorzienend?
Meestal beginnen wij hier het kookproces met het opwarmen in de pan van
olijfolie.
Na een ramp is dat onbestaande. Lokale olie zou walnootolie kunnen zijn, of beukennootjesolie, maar het proces om olie te maken is bijzonder intensief en wij hebben geen pers.
We stoven onze
uien dus maar in water. Onze ui oogst is overigens mislukt: binnenkort geen uien meer. Onze
look is gepoot, maar we moeten tot de zomer wachten voor we teentjes hebben om te oogsten. Gelukkig hebben we nog een
doorlevende uiensoort in de tuin, de Welsh Onion, maar ook die kan pas vanaf het voorjaar geoogst worden...
Ook de
aardappeloogst is niet bijster goed geweest. Wel staan er nog wat
aardperen in de grond. Van deze woekerplant hebben we hopelijk nog veel plezier.
Wat staat er nog meer in de voorraadkast? Rijst groeit hier niet, en ook
couscous is voortaan off menu.
Op dit moment staan in onze tuin nog volgende
groenten:
-rammenas
-selder
-ruccola
-spruiten
-savooikool
-witte kool
-rode kool
-krulkool
-aardpeer
En we hebben ook nog een voorraad pompoenen, pikante pepertjes, en noten.
We kunnen bouillonnetjes maken. Hoewel... Wat als ons
zout op is? Oosterse
kruiden kunnen we binnenkort ook vergeten. Kruiden zoals tijm, oregano en munt zijn er wel a volontee, uit de tuin.
We hebben dan wel veel
noten geraapt - het kost nog veel tijd en energie om deze te kraken.
Aangezien we veganistisch leven, zullen we onze
kippen en
eenden in leven laten. Helaas zullen we onze dieren niet meer met graan kunnen voeden - toch blijven ze bijzonder waardevol. In het voorjaar zullen ze
eieren leggen. Door hun eieren te eten doen we ze geen kwaad. Verder blijven ze onze tuin bemesten en ruimen ze schadelijke insecten op. En ze krikken ons moreel op.
Misschien halen we ook best een
hond in huis, om ons te waarschuwen, bijvoorbeeld wanneer andere hongerige mensen onze tuin binnenvallen om onze kippen te vangen en op te eten.
Wapens zouden ook handig zijn. De personages uit The Walking Dead zouden oneindig veel doden zijn gestorven, hadden ze geen vuurwapens gehad, zowel bij aanvaringen met zombies als met andere mensen. Dit is geen pleidooi voor de wapenindustrie. Uiteraard vallen er veel meer doden wanneer er geweren in omloop zijn, zoals in Amerika. Maar in een wereld na een ramp zullen we ons moeten verdedigen.
En wij hebben geen geweren in huis. De enige wapens zijn een knuppel en wat messen.
We durven niet naar de supermarkten, vanwege de rellen daar. We zouden met de
fiets kunnen gaan, maar al niet meer met de
auto (want de benzine in de tank is leeg). Gelukkig hebben we een
stootkar. Die kunnen we gebruiken voor hout of voorraden, of misschien laden we hem in met onze dierbaarste bezittingen, indien we hier noodgedwongen moeten vertrekken.
Als we het tot het voorjaar kunnen uithouden zonder dat iemand onze tuin inpalmt, dan zullen we overleven: in de
lente weet ik allerlei
eetbaar groens dat zomaar opkomt. Netels, hondsdraf, veldkers, vogelmuur, paardebloem en zevenblad.
Moest er nog electriciteit zijn, dan konden we daar een voedzame
groene smoothie mee maken. Wij hebben een hakmolen en een passe-vite - misschien lukt het daar ook mee. De vele voordelen van de groene smoothie voor de zelfvoorziener beschreef ik eerder
hier.
Met een schoongemaakt vleesmolentje moet het lukken om ook zelf
leaf curd of
groene tofu te maken van het lentegroen. Dat geconcentreerde voedingsmiddel maken kost tijd, maar het bevat alles wat we nodig hebben.
Willen we als veganisten (die af en toe een ei van onze eigen, gelukkige kippen eten) onze
eiwitten binnenkrijgen, dan moeten we veel
noten en
bonen eten. Gedaan immers met seitan (van graan), tempeh en sojabrokjes.
Gelukkig heb ik nog een voorraad
pronkbonen en
staakbonen (gedroogd) uit vorige jaren. Ik weet hoe je zelf tofu kan maken, maar dat kost veel te veel energie. Bovendien is mijn sojaoogst slechts 1 op 3 keer gelukt. Kikkererwten en rode linzen heb ik ooit proberen telen. Het groeide goed maar er was weinig oogst. Ons klimaat is niet optimaal voor linzen.
Naast droogbonen voor onze eiwitten blijft ook
quinoa een optie. Hier kunnen we ook nog bloem van malen. We hebben quinoa al eerder
zelf geteeld.
In de documentaires die ik hierboven noemde, werd aangehaald dat graan in feite een onhoudbare luxe is. Niet alleen is de teelt ervan zowel nu (olie afhankelijk) als vroeger (bijzonder arbeidsintensief) moeilijk. Om voldoende graan op te slagen heb je een droge, muis, rat, graankalander en meelmotvrije ruimte nodig. De boerin uit A farm for the future stelde voor om ons menu aan te passen, en graan, maar dus ook brood, bloem, pasta, ...weg te denken of te vervangen.
Vervangers zouden amaranth, gierst en quinoa kunnen zijn.
En wat met onze
zoetmiddelen? De suiker raakt op. Agave, dadels, en kokossuiker zijn geen optie. Rode bietjes zijn de zoetste groentjes die we nog kunnen telen. Van onze twee bijenkasten kunnen wij redelijk wat honing oogsten, als onze bijen het tenminste overleven. Ze hebben het moeilijk: wij wonen te midden van bespoten monocultuur velden.
Gelukkig hebben wij nog een vol vat
zuurkool. Zolang er zout is, kunnen wij groenten door middel van ze te fermenteren lang bewaren.
Wat leer ik hieruit?
-Dat wij bijlange na
niet zelfvoorzienend zijn. (maar we doen ons best :)
-Dat onze
vaste planten, onze doorlevende groenten (asperges, rabarber, nine-star broccoli, welsh onion, kervel, ...) belangrijk zijn.
-Dat
eetbaar "onkruid" belangrijk is.
-Dat
droogbonen belangrijk zijn.
-Dat
tarwe in ons menu
minder belangrijk moet worden.
-Dat de makkelijkste manier om voedzaam te eten wanneer er weinig is (bijvoorbeeld ook geen hout om op te koken)
rauw en
plantaardig is (groene smoothies, fermenteren).
-Dat volledige zelfvoorziening enkel mogelijk is door
samenwerking met (vele) anderen. Vele handen maken het werk licht. Samen staan we sterk.
Heeft er iemand nog meer ideeen om te overleven na een ramp?