zondag 15 december 2019

Ode aan de biowinkel/boerderijwinkel

Door omstandigheden kon ik onlangs niet naar de boerderijwinkel.

Ik had groenten en fruit nodig, en fietste dan maar naar een supermarkt.

Ik ben het gewoon om bio te kopen: ik wil met mijn geld boeren steunen die ervoor kiezen om geen gif te gebruiken. Zonder pesticiden en insecticiden lijkt mij beter voor mijn eigen gezondheid, maar ook voor die van de bijen en de vogels, en vooral voor die van de aarde en de toekomstige generaties.

Ik ben het ook gewoon om zonder veel plastic te kopen.

Tenslotte zijn de zaken die ik koop vaak, maar zeker niet altijd, vrij lokaal. Wat ik bedoel is: ik koop ook dingen als rijst uit Vietnam en tomaten in een bokaal uit ItaliĆ«, maar in onze lokale boerderijwinkel kopen wij ook heel wat korte keten producten, zoals knolselder van de boer, of sla van een boer uit een volgend dorp. 

Een mooie lokaal geteelde knolselder en groene selder van de bio boerderij.


Hoewel ik soms ook in de biosupermarkt shop, was het nog steeds een behoorlijke schok, om doorheen deze 'doorsnee' supermarkt te struinen — ik kom echt niet vaak op zulke plekken en verbaas me er dan telkens over dat de meerderheid van de mensen net nooit in de biowinkel komt.

Wat me opviel:

-er speelde vreselijk slechte muziek. In de boerderijwinkel zet de boerin haar favoriete cd's op, en dat zijn meestal geen popsongs. En in de biowinkel is het gewoon... Stil.

-er waren heeeeeel erg veel koeltogen. Die open stonden. En in die koeltogen: allerlei in plastic verpakte producten.

-om aan de groenten en fruitafdeling te geraken, moest ik eerst langs allerlei bewerkt eten en snoep passeren.

-er waren bitter weinig biologische groenten en fruit. Wat er dan wel aan bio was, zat verpakt in plastic, of — nog erger, want dan kan je het niet eens recycleren — in een soort hybride plastic/bruin papier verpakking.

-het bio aanbod dat er was, was verre van lokaal. Aardappelen uit Egypte, kiwi uit Nieuw-Zeeland. Qua klimaatkost lijkt het me dan ecologischer om lokaal en niet-bio te kopen, jammer genoeg.

-het etensaanbod was gigantisch, en ook: gigantisch ongezond. Heel erg veel suiker, palmolie, vet, bewaarmiddelen. Erg weinig plantaardige voeding. Erg weinig pure producten (zoals: gewoon haver — hier was dat dan crunchy haver met vanalles erbij.

Ik kwam thuis met aardappelen in een plastic zak, selder in plastic verpakking, een broccoli afzonderlijk in plastic verpakt, puntpaprika's in plastic verpakt, en een glazen fles bio sinaassap (er waren geen bio appelsienen). Zo-veel plastic!
Nochtans is dit een supermarkt die zich profileert als 'enorm bezig met plastic vermindering en milieu'!
Als ik dit vergelijk met onze gewoonlijke bioboerderij, is die:

-minder druk

-er is altijd ruimte voor een praatje met de boerin

-er is weinig keuze aan bewerkt eten, en omdat het een kleine winkel is, is de keuze sowieso beperkt: geen keuzestress, geen tijdverlies, geen verleidingen om ongezond en 'snel en makkelijk' te eten. De groenten en het fruit zitten in bakken, je winkelt met een rieten mandje, en je neemt je waren mee in kartonnen dozen die klaar staan, of in tassen die je zelf hebt meegebracht: veel minder plastic verpakkingen.

-er is voldoende keuze aan groenten en fruit, allemaal bio, nagenoeg allemaal onverpakt, en veel daarvan wordt lokaal geteeld.

-er is geen schreeuwerige reclame of gedoe met spaarpunten en kortingsbonnen.

Geef mij dus maar die kleinere biowinkels/boerderijwinkels!

Toch is het niet allemaal slecht. Die grote supermarkt is wel degelijk met plasticvermindering bezig. Het is gewoon de schaal (de enorme hoeveelheden) aan plastic en overbodig 'nep' voedsel die me schokt.
In hun gratis magazine prijst deze supermarkt bioproducten aan, net als vegan producten (maar ook wild en zogezegd duurzaam gevangen vis).
Er is nog een hele weg te gaan.

Ik denk — hoop — dat de toekomst meer kleine, lokale, duurzamere winkeltjes zal (terug) brengen. Vroeger had elk dorp verschillende handelszaken, om de eenvoudige reden dat mensen geen auto hadden. Nu heeft quasi iedereen een auto, en raak je bijgevolg nog amper vooruit, waardoor mensen erg blij zijn met een kruidenier dichtbij  in hun straat.

Ik denk ook dat de supermarkt wel degelijk zal verduurzamen. Vroeger gingen  wij er skippen ofte dumpster diving (het nog eetbare afval dat ze weggooiden redden: zie modern aren lezen), tegenwoordig kan je je simpelweg inschrijven op too good to go en mag je het nog eetbare 'afval' zo gaan ophalen. Verbetering is wel degelijk merkbaar!

Maar geef me de keuze, en ik opteer onmiddellijk voor de biowinkel of buurtboerderij — gegarandeerd.

Waar winkel jij het liefst? Is jouw supermarkt groener?




2 opmerkingen:

  1. Ik geloof nogal sterk dat het aanbod zich aanpast aan de vraag. Waarmee ik bedoel dat de grote ketens hun aanbod aanpassen aan wat voor de consument belangrijk is. Als die geen (plastic) verpakkingen meer wil, als die in bulk wil kunnen kopen, als die minder vlees wil eten, minder suiker, minder bewerkte voeding,.. dan volgen de supermarkten vanzelf. En als de consument meer buurtwinkels wil dan komen die er ook, al vrees ik dat in landelijke gemeenten de meerderheid van de mensen daar met de auto naartoe zal blijven rijden.
    Ik winkel vrij veel in een lokale supermarkt, waar ik gemakkelijk met de fiets geraak. Ik probeer binnen hun aanbod wel te kiezen voor zo weinig mogelijk verpakkingen en zoveel mogelijk voor groenten en fruit die in het seizoen en lokaal zijn en om niet te veel bewerkte producten te kopen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klopt, de 'booming vegan business' is te danken aan mensen die een paar avonden per week veganeten, door hun vraag stijgt het aanbod, dat is super! De stem van de consument is machtiger dan we denken. Daarom probeer ik zo vaak als mogelijk naarplantaardige opties te vragen in de winkel, koffiezaak of op restaurant. Zo vriendelijk mogelijk uiteraard!

    BeantwoordenVerwijderen