Mijn vriend en ik proberen zo plantaardig mogelijk te leven.
Concreet betekent dat in de eerste plaats dat wij nooit eetwaren kopen waar dierlijke ingredienten in zitten.
We willen immers ons geld niet uitgeven aan dierenmishandeling.
We zijn tegen de vlees, vis, eier - en zuivelindustrie, waar dieren als dingen worden behandeld.
Maar... we zijn tegelijk ook geen heiligen. Als we op bijvoorbeeld een familiefeest een gerecht met room aangeboden krijgen, kiezen we er soms (meestal) voor om dat op te eten, omdat we in dat geval het dierenleed niet zelf actief gesponsord hebben, en omdat we niemand voor het hoofd willen stoten. Voor de lieve vrede, dus.
We merken dat deze zachtere aanpak meer mensen tot een vegan levensstijl weet te verleiden dan een streng, dogmatisch vasthouden aan onze principes. De gulden middenweg, zeker?
Onze principes gaan echter niet over eten alleen. Eerder op deze blog kon je al lezen hoe we een trip naar Amsterdam inplanden, met als hoofddoel daar ter plaatse vegan schoenen te gaan kopen.
De meeste schoenen worden immers van leer gemaakt, en leer, dat is dode dierenhuid.
Maar veganisme gaat, wat mij betreft, nog veel verder dan het niet kopen van leer of wol voor je kleerkast.
Veganisme gaat over respect hebben voor dieren.
Alle dieren.
Ook mensen - want dat vergeten we wel eens - zijn dieren.
Ik koop geen producten waarvan ik weet dat ze met intens lijden van dieren tot stand zijn gekomen.
Bij gevolg stap ik nooit kledingzaken van grote multinationals binnen.
Zo kom ik ook niet in de verleiding - want reken maar dat die winkels en hun aanbod je zullen verleiden: al die mooie kledij aan al die supergoedkope prijzen...
Ik kan het kopen van zulke kledij echter niet rechtvaardigen met mijn vegan levensstijl.
Onlangs was het Fashion Revolution Day, een initiatief in het leven geroepen om mode eerlijker te maken ten opzichte van de mensen die de kledij maken.
Een jaar geleden stortte er in Bangladesh een kledingfabriek in, met meer dan 1000 doden als gevolg.
Dat is wat je sponsort, met jouw geld, als je gezellig gaat shoppen bij de grote merken: het uitbuiten en mishandelen van (in dit geval menselijke) dieren, opdat er meer winst zou kunnen gemaakt worden.
Ik verdien niet genoeg om elke week duurzame, bio en fairtrade kledij te kunnen kopen.
Maar dat is ook niet nodig. Als ik echt een bepaald kledingstuk nodig heb, dan spaar ik ervoor, en verlang ik er een tijdje naar.
Het is zo n fijn gevoel om ergens naar te kunnen verlangen, om naar iets te kunnen uitkijken.
Dat fijne verlangensgevoel is iets heel anders dan de instante bevrediging die we zo vaak nastreven, en die zo kortstondig van duur is.
De rest van mijn kleren...
- koop ik in de kringwinkel
-ruil ik met vriendinnen
-zoek ik op 2dehands.be
-op rommelmarkten
-en op geefpleinen (lees ook de deel - en ruilrevolutie!)
Op die manier ben ik oprecht blij met wat ik draag en hoef ik me nergens schuldig over te vinden.
En dat geeft een goed gevoel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten