Kleine Wandelavonturen: lentetekens, witte wimpers en wijsheid.
Een nieuwe reeks: korte stukjes over de kleine avonturen die mijn hond en ik beleven tijdens onze dagelijkse wandeling, doorheen alle seizoenen...
Sinds kort kunnen we weer rondkijken, tijdens onze ochtendwandeling: het licht is weergekeerd. Het miezert zachtjes en we zien veel kleuren. De fijne witte sterretjes van opeens opgedoken kleine veldkers, het wolkendek in allerlei tinten licht -en donkergrijs, een waas van zachtgele hazelaarkatjes aan de rand van het bos, en de toppen van de wilgen die nu roodgroenig worden.
Twee Canadese ganzen vliegen gakkend over onze hoofden heen, ik wens hen goeie reis. De vogels fluiten weer, al is het ingetogen. Meneer en mevrouw Eend, zoals we thuis alle eendenkoppeltjes noemen, zijn terug. Ze snateren in het beekje. Ik herinner me onze Indische loopeenden die lang geleden door de tuin struinden: Victor en Arthur. Een witte en een bruine eend -- de ene was erg slim en de andere erg dom en ook onhandig, toch waren ze de beste vriendjes. Ze ontsnapten vaak via de oever en gingen dan 'varen' in de beek die naast onze tuin loopt. Ik zie nog voor me hoe mijn vriend en ik thuiskwamen, op een nacht, en hoe we die twee in het licht van de volle maan onder het brugje door zagen drijven. Glinsterend, harmonieus zwijgend, en mysterieus vertoevend in hun eenden universum.
De kleuren, de planten, de bomen en de dieren: allemaal laten ze ons duidelijk weten dat de lente in aantocht is. Maar de duidelijkste boodschap dat 'de lente in de lucht hangt' is letterlijk dat: ik ruik de aankomende lente. Het is een geur, een friste die ik inadem, een weten. Ons continent heeft hele specifieke geuren. Ik herinner me die zomer dat ik na een jaar doorheen Aziƫ reizen terugkeerde naar deze contreien, en hoe specifiek de geur van augustus in de velden en de bossen was, hoe anders, en hoe opgeslagen in mijn geheugen.
Wanneer we bij het kapelletje komen, brandt daar een kaarsje. Het ontroert me. Ik stel me voor hoe iemand, al heel vroeg, hierheen is gestapt om het kleine vlammetje aan te steken. Een gebed op te zeggen. Het is mijn gewoonte, al ben ik agnost, om aan deze kapel woorden van dank en hoop uit te spreken. De hond weet dit, en snuffelt geduldig in de struiken rond het gebouwtje terwijl ze op me wacht. Ik zie haar oranjebruine ogen naar me kijken wanneer ik klaar ben. Ze is altijd al een bijzonder vrouwelijke hond geweest, met een echt feminien hondengezicht en lange, uitgesproken wimpers. Nu ze acht is, zijn haar wimpers van kleur veranderd, en wit geworden. In haar zwarte gezicht is het, alsof ze witte mascara draagt. Met haar vier witte sokjes en witte borstkasbefje in de verder zwarte vacht is ze een toonbeeld van gratie. Een wijze oude dame, die mij al in elk seizoen van mijn tijd met haar onwaarschijnlijk trouw ondersteund heeft.
In de herfst van haar leven, nu de lente in aantocht is...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten