Jaa, het kon niet uitblijven - witte bonen horen gewoon bij een veggie eetpatroon: ze zijn supergezond, zitten boordevol eiwitten, en ze smaken heerlijk vol!
Ik zocht enkele receptjes op om zo'n lekkere witte bonenspread te maken. Ik vond zowel suggesties voor hartige als zoete spreads!!! Hieronder twee receptjes voor zoet en zoute bonenspread:
Hartige Witte Bonenspread
Nodig:
-witte bonen (2 koppen, of ongeveer 300 g uitgelekte en gare bonen). Lekker makkelijk: neem bonen uit bokaal. Even vooruitdenken: laat de bonen een nachtje weken, dan zijn ze de volgdende dag in no time gaar gekookt.
-zout naar smaak
-peper naar smaak
-teentje look
-een halve kop olijfolie, of meer naar smaak voor een smeuïger effect
-2,5 tl citroensap
-suggesties voor verse of gedroogde kruiden (kies er 1 soort uit die je lekker vindt, of combineer): peterselie, tijm, oregano, basilicum, rozemarijn, dille, koriander, gerookt paprikapoeder
-suggesties voor toegevoegde groenten: worteltjes (gekookt of rauw), avocado, spinazie, kekererwten, edamame (dit zijn verse sojabonen), paprika (rauw of geroosterd), en kappertjes
-een keukenmachine of een stamper en vijzel
Hoe maak je het?
1.Kook je bonen en eventuele andere groenten gaar.
2.Voeg de bonen plus alle andere ingrediënten toe aan de keukenmachine.
3.Blend.
4.Witte bonenspread neemt zijn tijd om lekker te worden. De smaak is op zijn best na een nachtje trekken!
Let op: de spread is niet lang houdbaar!!!
Ik ben dol op creatieve linzen en bonenrecepten! In mijn bespreking van het boek Peulvruchten kan je daar meer over lezen, of probeer de choco-hummus een keertje uit! Tijdens het rondstruinen op het internet vond ik ook enkele receptjes om witte bonen in zoete gerechten te gebruiken.
Bizar idee, linzen bij het dessert? In andere delen van de wereld is het gebruik van peulvruchten in zoetigheden nochtans heel gewoon. Als je erover nadenkt, is het zo gek nog niet: je proteïnen in dat lekkere dessertje stoppen!
Ik vond recepten voor witte bonen blondies, voor koekjes met witte bonen en cake. Het witte bonen koekjesdeeg broodbeleg op de site van chocolate covered Katie sprong er bovenuit. Onverwacht lekker, die spread! In Amerika is "cookie dough dip" blijkbaar helemaal ingeburgerd - voor mij was het nieuw. Het smaakt effectief naar lekker koekjesdeeg, maar wees gerust: rauwe bloem zit er niet in!
Zoete Witte Bonen Koekjesdeeg Spread
Nodig:
-250 g gare bonen
-snufje zout
-1/8 tl bicarbonaat soda
-1/4e kop notenboter (ik gebruikte zonnebloempit, maar je zou ook voor pindakaas kunnen gaan bv)
-2/3e kop agavesiroop
-1/3e kop pure chocolade druppels
-2 - 3 el havervlokken
-optioneel: 1/4 kop rijstmelk (of andere plantaardige melk) als het mengsel te hard blijkt. Toen ik het uitprobeerde was de melk overbodig.
-keukenmachine
-afsluitbaar bakje
Hoe maak je het?
1.Blend alles behalve de chocolade tot het mooi zacht en glad is.
2.Voeg de chocola toe.
3.Zet alles een nachtje weg in een afsluitbaar bakje, en begin je daaropvolgende ontbijt met deze heerlijke en gezonde spread!
Zelfvoorzienend, ecologisch en vegan leven en genieten in huis, tuin en keuken!
▼
zondag 25 mei 2014
zaterdag 17 mei 2014
Boekbespreking: Dagpauwoog, door Eva Meijer
Deze keer geen post-apocalyptische roman en geen kookboek. "Dagpauwoog" is een fictieverhaal over dierenrechten en activisten.
Iris Dagpauwoog is een bekende kunstenares die in haar leven al heel vaak geconfronteerd is geweest met verlies. Na het verlies van haar partner (die haar na vijftien jaar samen verlaat voor een nieuwe liefde) verhuist ze naar het platteland met haar hond Pol.
Haar overbuurman Marcel redt haar hondje uit de beek. Na dat voorval leert ze hem beter kennen. Als een soort tegenprestatie voor het redden van haar hond gaat Iris Marcel helpen met het opzetten van een website over veganisme. Marcel is namelijk een die-hard veganist en dierenrechten-voorvechter.
Uiteindelijk vertelt Marcel Iris dat hij af en toe bompakketjes bij slagerijen legt. Met de schade die zijn pakketjes aanrichten wil hij de dieren een stem geven, wil hij een statement maken. Hij wil iets meer doen dan alleen maar een website over veganisme schrijven.
Hij weet Iris ervan te overtuigen mee te doen. In een halsbrekend tempo gaat Iris van vegetariër naar veganist naar activiste. Onderweg discussieert ze over haar inzichten met allerlei mensen. Beklijvend is haar vergelijking van de megastallen en het daar bij horende leed voor de dieren: wat als we enorme hoeveelheden kleine kinderen om één of andere winstgevende reden in zulke stallen hielden? Zouden we dan ook hun tandjes en nageltjes uittrekken, opdat ze elkaar niet zouden verwonden? Want verwonden doen ze elkaar, omdat ze zich zo vervelen, of omdat ze gek worden van de stank van hun eigen uitwerpselen, omdat ze pijn, of honger, of jeuk hebben...
De gevolgen van de acties kan je wel raden: zoiets loopt niet goed af. De rest van de plot ga ik hier niet verklappen.
Ik vond het boek interessant en vlot geschreven. Eva Meijer laat je meteen middenin het verhaal "vallen": alles gaat heel snel. Iris vertelt in korte, afstandelijke zinnen wat haar overkomt. Haar gevoelens moet je er zelf bij bedenken, maar net die koele vertelstijl levert veel stof tot nadenken op.
Naar mijn inzien heeft Iris haar eigen ik verloren na al het leed dat haar overkwam. Door bompakketjes te droppen krijgt ze weer een nut, een functie, en een identiteit in de maatschappij. Als ik me niet vergis, leert de lezer pas haar naam kennen wanneer Marcel die uitspreekt, net nadat ze de bompakket-opdracht heeft aanvaard: de acties definiëren haar.
Marcel vond ik een antipathiek personage. Hij bezoekt vaak kraakpanden (waar over het algemeen toch anarchisme geldt) maar is zelf erg autoritair (hij kijkt bv vies naar de leren schoenen die Iris nog draagt). Voor hem is geweld tegen dingen (zoals gesloten slagerijen) geen geweld. Daarin ben ik het met hem eens. Maar volgens Marcel is de eventuele dood van een onschuldige voorbijganger een te rechtvaardigen vorm van geweld, rechtvaardig omdat die ene dood veel minder betekent in het licht van al het lijden en al de moorden in de industriële veeteelt.
Daar ben ik het niet mee eens, wat ONschuldigen betreft. De geweldkwestie wordt heel goed besproken in dat andere, non-fictie boek "De vrolijke Veganist".
Iris worstelt met de vraag wat het goede is, en hoeveel van het goede je moet doen voor het genoeg is. Is het genoeg als je zelf het "goede voorbeeld geeft" en plantaardig eet? Is het genoeg als je
mensen probeert te informeren aan de hand van een website? Of moet je meer doen? Is het probleem zodanig accuut en wereldomvattend dat er hard tegen moet worden opgetreden?
Dat vind ik zelf ook een heel moeilijke vraag, zie mijn vegan dilemma.
Iris verliest de weg bij het zoeken naar een antwoord op die vraag. Volgens mij stort ze pas goed in als ze beseft dat haar acties uiteindelijk weinig hebben uitgemaakt voor de dieren: de hele industrie is er nog altijd, en bitter weinig mensen hebben hun gedrag (vlees eten, instrumenteel gebruik maken van dieren) aangepast.
Op het internet wordt veel gespeculeerd over de vraag of Eva Meijer met dit boek een politiek statement wilde maken, dan wel dat ze vooral de menselijke hunkering naar liefde, en het eenzaam zijn bespreekt.
Een debat over dierenleed en dierenrechten lijkt door deze roman niet op gang gekomen te zijn. Ik werk in een boekhandel, en helaas heb ik geen enkele "Dagpauwoog" over de toonbank zien gaan. Ik hoop dat het in Nederland anders was.
De waarheid - dat onze maatschappij en heel veel consumenten een misdadig systeem van dierenleed
in stand houden, is er wel - maar niemand handelt naar die waarheid. Iedereen gaat gewoon door met het kopen van goedkope kip in de supermarkt.
De machteloosheid van Iris en haar wanhoop kan ik soms ook voelen. Er was een passage in het boek waarin Iris tv kijkt. Op elke post is er wel een of andere vorm van dierenmisbruik of dierenleed gaande: een kok die een kreeft levend in kokend water gooit, de jacht, uitbraak van ziekte in een megastal. Ik vond die passage enorm herkenbaar. Ik heb al jaren geen tv meer gekeken. Onlangs keek ik wel, en op elke post zag ik vergelijkbare zaken: er werd gekookt met tonijn, in een film werd zalm opgediend, enkele stoere vissers op hun boot vertelden over hun zware bestaan, etc etc. Het onderliggende gevoel bij het zappen, zowel in het boek als bij mij, was wanhoop en ontmoediging: het instrumentele gebruik van dieren en het daarbijhorende leed is zo enorm wijdverbreid, het is overal, en iedereen doet eraan mee. Om moedeloos van te worden. Het einde van Eva Meijers roman kan ik door die wanhoop goed begrijpen...
Voor mij persoonlijk wordt het hierboven beschrevene (het negeren en verzwijgen van de waarheid door de maatschappij in haar geheel) in het boek heel mooi gereflecteerd in de fabel van de schildpad en de steen, verteld door Iris' buurvrouw Renee (een filosofe, die ondanks haar intelligentie - ze begrijpt de argumenten - nog steeds vlees eet).
Al jaren kijken de mensen naar een bepaald soort steen. Ze schrijven erover, praten erover, over de vorm, kleur, grootte, etc. Iedereen is het met elkaar eens dat het een steen is, maar elke generatie komt met nieuwe inzichten en ideeën. Op een dag zegt iemand: "dat is geen steen, het is een schildpad!" En inderdaad kan je plots het hoofdje van een oude schildpad zien. Plots moeten de mensen hun hele gedachtegoed in heroverweging nemen. Mensen worden kwaad, nieuwsgierig, opgetogen, verwonderd. Sommigen blijven hardnekkig ontkennen dat de steen een schildpad is. Uiteindelijk gaan steeds meer mensen spreken van een schildpad, en niet van een steen. Degene die opmerkt dat het om een dier, niet een steen gaat, is de filosoof.
Iris Dagpauwoog is een bekende kunstenares die in haar leven al heel vaak geconfronteerd is geweest met verlies. Na het verlies van haar partner (die haar na vijftien jaar samen verlaat voor een nieuwe liefde) verhuist ze naar het platteland met haar hond Pol.
Haar overbuurman Marcel redt haar hondje uit de beek. Na dat voorval leert ze hem beter kennen. Als een soort tegenprestatie voor het redden van haar hond gaat Iris Marcel helpen met het opzetten van een website over veganisme. Marcel is namelijk een die-hard veganist en dierenrechten-voorvechter.
Uiteindelijk vertelt Marcel Iris dat hij af en toe bompakketjes bij slagerijen legt. Met de schade die zijn pakketjes aanrichten wil hij de dieren een stem geven, wil hij een statement maken. Hij wil iets meer doen dan alleen maar een website over veganisme schrijven.
Hij weet Iris ervan te overtuigen mee te doen. In een halsbrekend tempo gaat Iris van vegetariër naar veganist naar activiste. Onderweg discussieert ze over haar inzichten met allerlei mensen. Beklijvend is haar vergelijking van de megastallen en het daar bij horende leed voor de dieren: wat als we enorme hoeveelheden kleine kinderen om één of andere winstgevende reden in zulke stallen hielden? Zouden we dan ook hun tandjes en nageltjes uittrekken, opdat ze elkaar niet zouden verwonden? Want verwonden doen ze elkaar, omdat ze zich zo vervelen, of omdat ze gek worden van de stank van hun eigen uitwerpselen, omdat ze pijn, of honger, of jeuk hebben...
De gevolgen van de acties kan je wel raden: zoiets loopt niet goed af. De rest van de plot ga ik hier niet verklappen.
Ik vond het boek interessant en vlot geschreven. Eva Meijer laat je meteen middenin het verhaal "vallen": alles gaat heel snel. Iris vertelt in korte, afstandelijke zinnen wat haar overkomt. Haar gevoelens moet je er zelf bij bedenken, maar net die koele vertelstijl levert veel stof tot nadenken op.
Naar mijn inzien heeft Iris haar eigen ik verloren na al het leed dat haar overkwam. Door bompakketjes te droppen krijgt ze weer een nut, een functie, en een identiteit in de maatschappij. Als ik me niet vergis, leert de lezer pas haar naam kennen wanneer Marcel die uitspreekt, net nadat ze de bompakket-opdracht heeft aanvaard: de acties definiëren haar.
Marcel vond ik een antipathiek personage. Hij bezoekt vaak kraakpanden (waar over het algemeen toch anarchisme geldt) maar is zelf erg autoritair (hij kijkt bv vies naar de leren schoenen die Iris nog draagt). Voor hem is geweld tegen dingen (zoals gesloten slagerijen) geen geweld. Daarin ben ik het met hem eens. Maar volgens Marcel is de eventuele dood van een onschuldige voorbijganger een te rechtvaardigen vorm van geweld, rechtvaardig omdat die ene dood veel minder betekent in het licht van al het lijden en al de moorden in de industriële veeteelt.
Daar ben ik het niet mee eens, wat ONschuldigen betreft. De geweldkwestie wordt heel goed besproken in dat andere, non-fictie boek "De vrolijke Veganist".
Iris worstelt met de vraag wat het goede is, en hoeveel van het goede je moet doen voor het genoeg is. Is het genoeg als je zelf het "goede voorbeeld geeft" en plantaardig eet? Is het genoeg als je
mensen probeert te informeren aan de hand van een website? Of moet je meer doen? Is het probleem zodanig accuut en wereldomvattend dat er hard tegen moet worden opgetreden?
Dat vind ik zelf ook een heel moeilijke vraag, zie mijn vegan dilemma.
Iris verliest de weg bij het zoeken naar een antwoord op die vraag. Volgens mij stort ze pas goed in als ze beseft dat haar acties uiteindelijk weinig hebben uitgemaakt voor de dieren: de hele industrie is er nog altijd, en bitter weinig mensen hebben hun gedrag (vlees eten, instrumenteel gebruik maken van dieren) aangepast.
Op het internet wordt veel gespeculeerd over de vraag of Eva Meijer met dit boek een politiek statement wilde maken, dan wel dat ze vooral de menselijke hunkering naar liefde, en het eenzaam zijn bespreekt.
Een debat over dierenleed en dierenrechten lijkt door deze roman niet op gang gekomen te zijn. Ik werk in een boekhandel, en helaas heb ik geen enkele "Dagpauwoog" over de toonbank zien gaan. Ik hoop dat het in Nederland anders was.
De waarheid - dat onze maatschappij en heel veel consumenten een misdadig systeem van dierenleed
in stand houden, is er wel - maar niemand handelt naar die waarheid. Iedereen gaat gewoon door met het kopen van goedkope kip in de supermarkt.
De machteloosheid van Iris en haar wanhoop kan ik soms ook voelen. Er was een passage in het boek waarin Iris tv kijkt. Op elke post is er wel een of andere vorm van dierenmisbruik of dierenleed gaande: een kok die een kreeft levend in kokend water gooit, de jacht, uitbraak van ziekte in een megastal. Ik vond die passage enorm herkenbaar. Ik heb al jaren geen tv meer gekeken. Onlangs keek ik wel, en op elke post zag ik vergelijkbare zaken: er werd gekookt met tonijn, in een film werd zalm opgediend, enkele stoere vissers op hun boot vertelden over hun zware bestaan, etc etc. Het onderliggende gevoel bij het zappen, zowel in het boek als bij mij, was wanhoop en ontmoediging: het instrumentele gebruik van dieren en het daarbijhorende leed is zo enorm wijdverbreid, het is overal, en iedereen doet eraan mee. Om moedeloos van te worden. Het einde van Eva Meijers roman kan ik door die wanhoop goed begrijpen...
Voor mij persoonlijk wordt het hierboven beschrevene (het negeren en verzwijgen van de waarheid door de maatschappij in haar geheel) in het boek heel mooi gereflecteerd in de fabel van de schildpad en de steen, verteld door Iris' buurvrouw Renee (een filosofe, die ondanks haar intelligentie - ze begrijpt de argumenten - nog steeds vlees eet).
Al jaren kijken de mensen naar een bepaald soort steen. Ze schrijven erover, praten erover, over de vorm, kleur, grootte, etc. Iedereen is het met elkaar eens dat het een steen is, maar elke generatie komt met nieuwe inzichten en ideeën. Op een dag zegt iemand: "dat is geen steen, het is een schildpad!" En inderdaad kan je plots het hoofdje van een oude schildpad zien. Plots moeten de mensen hun hele gedachtegoed in heroverweging nemen. Mensen worden kwaad, nieuwsgierig, opgetogen, verwonderd. Sommigen blijven hardnekkig ontkennen dat de steen een schildpad is. Uiteindelijk gaan steeds meer mensen spreken van een schildpad, en niet van een steen. Degene die opmerkt dat het om een dier, niet een steen gaat, is de filosoof.
zaterdag 3 mei 2014
Vegan Picknick
Wat een mooi weer is het al geweest! In het bos achter ons huis stonden de anemonen in bloei, en daardoor wisten we: tijd om te picknicken!
Als een scene uit Lord of the Rings, zo ziet een bepaald stukje bos er bij ons uit: met een kronkelend beekje, hoge oude bomen, en een tapijt van witte en roze anemonen. Prachtig.
Iedereen zou iets meenemen. Aangezien we niet tevoren hadden afgesproken wie wat zou maken, bleken we een aantal picknick klassiekers dubbel te hebben gemaakt, zoals de aardappelsla en het vegan worstenbroodje! Niet erg, de versies waren heel individueel en eigenzinnig, en allemaal heerlijk.
Enkele ideetjes voor je eigen vegan picknick:
1.Aardappelslaatje (gekookte en afgekoelde geschilde patatjes, veganaise, peper en zout, look, in stukjes gesneden lente ui, bieslook, ruccola bloempjes, peterselie)
2.Vegan worstenbroodje (bladerdeeg en klaargekochte worstjes, afgebakken in een kwartiertje op 200 graden)
3.Vegan gehaktbrood (stokbrood gevuld met gemixte zongedroogde tomaten, kruiden, en in stukjes gesneden seitan en ui in de pan gebakken)
4.Cupcakes in alle soorten en maten
5.Rode bietjes salade (veganaise, worteltjes en bietjes geraspt, kruiden)
6.Vegan eiersalade (veganaise, kekererwten, peper en zout, komijn, ...)
7.Brood en broodjes in alle soorten en maten
8.Heerlijke udon pasta (van boekweit) met kerstomaatjes, olijfolie, basilicum en peper en zout
9.thermossen koffie, warme chocolade en groene chai (water gekookt met groene thee, sojamelk, kaneelstokjes, kruidnagel, nootmuskaat, kardemom en verse gember, en suiker) voor als het wat frisser is
10.Flessen water, kefirlimonade (homemade, uiteraard!) voor als het warmer is.
11.Een vrolijk dekentje
12.Een mooie picknickmand
Het werd een aangename namiddag!
Tot slot: het hoeft echt niet warm te zijn om te gaan picknicken! Eén van mijn mooiste herinneringen aan het jaar dat ik in Zweden verbleef is een winterse picknick. Warm uitgedost met mutsen, sjaals en thermisch ondergoed trokken we het bos in met onze picknickmand. We kwamen uit aan een groot, bevroren meer. Mijn Zweedse vrienden stookten een klein vuurtje midden op het ijs! In België of Nederland is dat denk ik een pak riskanter, omdat het hier veel minder hard vriest. Misschien hier een vuurkorfje meedragen om het bos zeker niet te schaden?
We prikten worstjes aan een takje en roosterden deze gaar boven het vuurtje. We prikten broodjes aan andere takjes, om te toasten. Daarna een goeie lik mosterd en ketchup op het broodje, en de worst ertussenin. Om door te spoelen: een thermos warme chocolademelk!
Magische combinatie: koude en warmte, ijs en vuur, Zweeds bos en open hemel. Heerlijk!
Als een scene uit Lord of the Rings, zo ziet een bepaald stukje bos er bij ons uit: met een kronkelend beekje, hoge oude bomen, en een tapijt van witte en roze anemonen. Prachtig.
Iedereen zou iets meenemen. Aangezien we niet tevoren hadden afgesproken wie wat zou maken, bleken we een aantal picknick klassiekers dubbel te hebben gemaakt, zoals de aardappelsla en het vegan worstenbroodje! Niet erg, de versies waren heel individueel en eigenzinnig, en allemaal heerlijk.
Enkele ideetjes voor je eigen vegan picknick:
1.Aardappelslaatje (gekookte en afgekoelde geschilde patatjes, veganaise, peper en zout, look, in stukjes gesneden lente ui, bieslook, ruccola bloempjes, peterselie)
2.Vegan worstenbroodje (bladerdeeg en klaargekochte worstjes, afgebakken in een kwartiertje op 200 graden)
3.Vegan gehaktbrood (stokbrood gevuld met gemixte zongedroogde tomaten, kruiden, en in stukjes gesneden seitan en ui in de pan gebakken)
4.Cupcakes in alle soorten en maten
5.Rode bietjes salade (veganaise, worteltjes en bietjes geraspt, kruiden)
6.Vegan eiersalade (veganaise, kekererwten, peper en zout, komijn, ...)
7.Brood en broodjes in alle soorten en maten
8.Heerlijke udon pasta (van boekweit) met kerstomaatjes, olijfolie, basilicum en peper en zout
9.thermossen koffie, warme chocolade en groene chai (water gekookt met groene thee, sojamelk, kaneelstokjes, kruidnagel, nootmuskaat, kardemom en verse gember, en suiker) voor als het wat frisser is
10.Flessen water, kefirlimonade (homemade, uiteraard!) voor als het warmer is.
11.Een vrolijk dekentje
12.Een mooie picknickmand
Het werd een aangename namiddag!
Tot slot: het hoeft echt niet warm te zijn om te gaan picknicken! Eén van mijn mooiste herinneringen aan het jaar dat ik in Zweden verbleef is een winterse picknick. Warm uitgedost met mutsen, sjaals en thermisch ondergoed trokken we het bos in met onze picknickmand. We kwamen uit aan een groot, bevroren meer. Mijn Zweedse vrienden stookten een klein vuurtje midden op het ijs! In België of Nederland is dat denk ik een pak riskanter, omdat het hier veel minder hard vriest. Misschien hier een vuurkorfje meedragen om het bos zeker niet te schaden?
We prikten worstjes aan een takje en roosterden deze gaar boven het vuurtje. We prikten broodjes aan andere takjes, om te toasten. Daarna een goeie lik mosterd en ketchup op het broodje, en de worst ertussenin. Om door te spoelen: een thermos warme chocolademelk!
Magische combinatie: koude en warmte, ijs en vuur, Zweeds bos en open hemel. Heerlijk!