Toen ik de aardappels dit jaar pootte, las ik 's avonds ter ontspanning "De Wand" van Marlen Haushoffer. In dat boek is de aardappelopbrengst van levensbelang: als de oogst zou mislukken, dreigt voor het hoofdpersonage de hongersdood.
Dat deed me diep nadenken. Ik ben graag bezig met "hoe kunnen we dingen zelf doen," maar als mijn aardappeloogst mislukt, kan ik nog altijd naar de supermarkt - ik hoef niet van honger om te komen - gelukkig.
Misschien is elke semi-zelfvoorziener stiekem geïnteresseerd in hoe het hem of haar zou vergaan als we effectief in een situatie zouden belanden waarbij zelfvoorziening van levensbelang is. Zelf probeer ik zelfvoorzienender te worden:
-omdat ik niet akkoord ben met het huidige consumentisme en met het kapitalistische systeem, en omdat ik onafhankelijk wil worden van dat systeem
-omdat ik zo min mogelijk wil vervuilen (en zelfvoorzienend zijn heel wat vervuiling bespaart)
-omdat ik een fan ben van authenticiteit
Maar als ik heel eerlijk ben, dan wil ik ook meer zelfvoorzienend worden omdat ik niet geloof in de maatschappij zoals die nu draait. Volgens mij is dit systeem eindig, omdat er heel veel risicofactoren zijn. Het internet (waar ik nu, toegegeven, ook gebruik van maak) hoeft maar uit te vallen, door bv een cyber-attack, en het hele systeem stort in mekaar. Er zijn kernbommen te over die op een mum van tijd voor chaos en vernieling zouden kunnen zorgen. Enzovoort...helaas...
Er bestaat een reële kans dat de samenleving zoals we die nu kennen, plotsklaps helemaal instort. Als dat gebeurt, zullen de supermarktrekken niet lang vol blijven liggen... En is het belangrijk om te weten hoe we kunnen overleven, en hoe we een nieuwe, betere samenleving kunnen opbouwen.
Uit nieuwsgierigheid naar hoe het de wereld en de mensen zou vergaan, mocht een rampscenario zich voordoen, ben ik dol op post-apocalyptische literatuur, of kortweg: apocafictie. Ik lees graag verhalen over mensen die zich, na een ramp, uit de slag moeten zien te trekken.
Zelfvoorzieners in spé kunnen uit apocafictie misschien wel inzichten verkrijgen, of zelfs kennis opdoen! Of je kan gewoon genieten van goede literatuur... Vandaar dus deze nieuwe rubriek: Apocafictie...
Marlen Haushoffer - De Wand
Deze Oostenrijkse roman heeft me diep ontroerd. Een weduwe wiens naam we niet te weten komen vertelt in ik-persoon hoe ze besloten heeft haar relaas te noteren - niet omdat ze zo graag schrijft, maar omdat ze haar verstand niet wil verliezen, en ook een beetje omdat ze hoopt dat er ooit nog mensen zullen zijn die haar verslag zullen lezen.
Haar verhaal begint wanneer ze op vakantie gaat in de Oostenrijkse bergen, in het jachthuis van haar nicht en zwager. Het koppel wil 's avonds naar het dorp, maar de weduwe blijft liever in het jachthuis - ze gaat vroeg slapen. De hond van haar zwager, Luchs, komt op een gegeven moment teruggelopen - de weduwe neemt aan dat haar nicht hem teruggestuurd heeft.
's Morgens wordt ze wakker, en blijkt er nog steeds niemand thuis te zijn behalve zij en de hond. Ze vindt dit vreemd en gaat op onderzoek uit. Ze loopt de bergkloof door en daar botst ze op een doorzichtige, onbreekbare wand.
Dit onverklaarbare gebeuren houdt de aandacht de eerste honderd bladzijden stevig vast. Nergens kan de vrouw door de wand heen, en erachter ziet ze versteende mensen en dieren. Ze vindt een koe, die dringend gemolken moet worden, en neemt haar mee naar huis.
Vanaf dan neemt ze de zorg op zich voor de hond en de koe, en later komt er nog een kat bij. De dieren helpen de vrouw door haar eenzaamheid heen, maar ze bezorgen haar ook stress: zij moet voor hen zorgen, ze voelt zich verantwoordelijk voor hen. Bovendien houdt ze intens veel van deze dieren, haar enige metgezellen, en bezorgen bv de nachtelijke uitstapjes van de kat of de zwangerschap van d ekoe haar talloze slapeloze nachten.
Af en toe komen er flash forwards in het relaas voor, waardoor je te weten komt dat de hond sterft. Deze kennis zorgde ervoor dat ik het boek in een ruk heb uitgelezen - ik hou niet van spoilers en zal niets verklappen!
Haushoffer noemde dit verhal zelf eine katzengeschichte, maar het is veel meer dan alleen maar een kattenvertelseltje. De stijl is mooi en tegelijk beklemmend. De dagelijkse bezigheden van de vrouw (poetsen, oogsten, maaien, eten vergaren...) zijn eenvoudig en alledaags, en toch weet de auteur ze zo treffend te vatten dat je niet kan ophouden met lezen. Er zijn veel interessante filosofische overwegingen - zo bedenkt de vrouw bijvoorbeeld dat ze het vreselijk vindt om alleen te zijn, maar dat ze waarschijnlijk ruzie zou hebben gekregen, mocht het koppel het samen met haar overleefd hebben.
Een prachtig boek, om te lezen en te herlezen...
Zelfvoorzienend, ecologisch en vegan leven en genieten in huis, tuin en keuken!
▼
zondag 26 mei 2013
Apocafictie: De Wand, Marlen Haushoffer
Toen ik de aardappels dit jaar pootte, las ik 's avonds ter ontspanning "De Wand" van Marlen Haushoffer. In dat boek is de aardappelopbrengst van levensbelang: als de oogst zou mislukken, dreigt voor het hoofdpersonage de hongersdood.
Dat deed me diep nadenken. Ik ben graag bezig met "hoe kunnen we dingen zelf doen," maar als mijn aardappeloogst mislukt, kan ik nog altijd naar de supermarkt - ik hoef niet van honger om te komen - gelukkig.
Misschien is elke semi-zelfvoorziener stiekem geïnteresseerd in hoe het hem of haar zou vergaan als we effectief in een situatie zouden belanden waarbij zelfvoorziening van levensbelang is. Zelf probeer ik zelfvoorzienender te worden:
-omdat ik niet akkoord ben met het huidige consumentisme en met het kapitalistische systeem, en omdat ik onafhankelijk wil worden van dat systeem
-omdat ik zo min mogelijk wil vervuilen (en zelfvoorzienend zijn heel wat vervuiling bespaart)
-omdat ik een fan ben van authenticiteit
Maar als ik heel eerlijk ben, dan wil ik ook meer zelfvoorzienend worden omdat ik niet geloof in de maatschappij zoals die nu draait. Volgens mij is dit systeem eindig, omdat er heel veel risicofactoren zijn. Het internet (waar ik nu, toegegeven, ook gebruik van maak) hoeft maar uit te vallen, door bv een cyber-attack, en het hele systeem stort in mekaar. Er zijn kernbommen te over die op een mum van tijd voor chaos en vernieling zouden kunnen zorgen. Enzovoort...helaas...
Er bestaat een reële kans dat de samenleving zoals we die nu kennen, plotsklaps helemaal instort. Als dat gebeurt, zullen de supermarktrekken niet lang vol blijven liggen... En is het belangrijk om te weten hoe we kunnen overleven, en hoe we een nieuwe, betere samenleving kunnen opbouwen.
Uit nieuwsgierigheid naar hoe het de wereld en de mensen zou vergaan, mocht een rampscenario zich voordoen, ben ik dol op post-apocalyptische literatuur, of kortweg: apocafictie. Ik lees graag verhalen over mensen die zich, na een ramp, uit de slag moeten zien te trekken.
Zelfvoorzieners in spé kunnen uit apocafictie misschien wel inzichten verkrijgen, of zelfs kennis opdoen! Of je kan gewoon genieten van goede literatuur... Vandaar dus deze nieuwe rubriek: Apocafictie...
Marlen Haushoffer - De Wand
Deze Oostenrijkse roman heeft me diep ontroerd. Een weduwe wiens naam we niet te weten komen vertelt in ik-persoon hoe ze besloten heeft haar relaas te noteren - niet omdat ze zo graag schrijft, maar omdat ze haar verstand niet wil verliezen, en ook een beetje omdat ze hoopt dat er ooit nog mensen zullen zijn die haar verslag zullen lezen.
Haar verhaal begint wanneer ze op vakantie gaat in de Oostenrijkse bergen, in het jachthuis van haar nicht en zwager. Het koppel wil 's avonds naar het dorp, maar de weduwe blijft liever in het jachthuis - ze gaat vroeg slapen. De hond van haar zwager, Luchs, komt op een gegeven moment teruggelopen - de weduwe neemt aan dat haar nicht hem teruggestuurd heeft.
's Morgens wordt ze wakker, en blijkt er nog steeds niemand thuis te zijn behalve zij en de hond. Ze vindt dit vreemd en gaat op onderzoek uit. Ze loopt de bergkloof door en daar botst ze op een doorzichtige, onbreekbare wand.
Dit onverklaarbare gebeuren houdt de aandacht de eerste honderd bladzijden stevig vast. Nergens kan de vrouw door de wand heen, en erachter ziet ze versteende mensen en dieren. Ze vindt een koe, die dringend gemolken moet worden, en neemt haar mee naar huis.
Vanaf dan neemt ze de zorg op zich voor de hond en de koe, en later komt er nog een kat bij. De dieren helpen de vrouw door haar eenzaamheid heen, maar ze bezorgen haar ook stress: zij moet voor hen zorgen, ze voelt zich verantwoordelijk voor hen. Bovendien houdt ze intens veel van deze dieren, haar enige metgezellen, en bezorgen bv de nachtelijke uitstapjes van de kat of de zwangerschap van d ekoe haar talloze slapeloze nachten.
Af en toe komen er flash forwards in het relaas voor, waardoor je te weten komt dat de hond sterft. Deze kennis zorgde ervoor dat ik het boek in een ruk heb uitgelezen - ik hou niet van spoilers en zal niets verklappen!
Haushoffer noemde dit verhal zelf eine katzengeschichte, maar het is veel meer dan alleen maar een kattenvertelseltje. De stijl is mooi en tegelijk beklemmend. De dagelijkse bezigheden van de vrouw (poetsen, oogsten, maaien, eten vergaren...) zijn eenvoudig en alledaags, en toch weet de auteur ze zo treffend te vatten dat je niet kan ophouden met lezen. Er zijn veel interessante filosofische overwegingen - zo bedenkt de vrouw bijvoorbeeld dat ze het vreselijk vindt om alleen te zijn, maar dat ze waarschijnlijk ruzie zou hebben gekregen, mocht het koppel het samen met haar overleefd hebben.
Een prachtig boek, om te lezen en te herlezen...
Dat deed me diep nadenken. Ik ben graag bezig met "hoe kunnen we dingen zelf doen," maar als mijn aardappeloogst mislukt, kan ik nog altijd naar de supermarkt - ik hoef niet van honger om te komen - gelukkig.
Misschien is elke semi-zelfvoorziener stiekem geïnteresseerd in hoe het hem of haar zou vergaan als we effectief in een situatie zouden belanden waarbij zelfvoorziening van levensbelang is. Zelf probeer ik zelfvoorzienender te worden:
-omdat ik niet akkoord ben met het huidige consumentisme en met het kapitalistische systeem, en omdat ik onafhankelijk wil worden van dat systeem
-omdat ik zo min mogelijk wil vervuilen (en zelfvoorzienend zijn heel wat vervuiling bespaart)
-omdat ik een fan ben van authenticiteit
Maar als ik heel eerlijk ben, dan wil ik ook meer zelfvoorzienend worden omdat ik niet geloof in de maatschappij zoals die nu draait. Volgens mij is dit systeem eindig, omdat er heel veel risicofactoren zijn. Het internet (waar ik nu, toegegeven, ook gebruik van maak) hoeft maar uit te vallen, door bv een cyber-attack, en het hele systeem stort in mekaar. Er zijn kernbommen te over die op een mum van tijd voor chaos en vernieling zouden kunnen zorgen. Enzovoort...helaas...
Er bestaat een reële kans dat de samenleving zoals we die nu kennen, plotsklaps helemaal instort. Als dat gebeurt, zullen de supermarktrekken niet lang vol blijven liggen... En is het belangrijk om te weten hoe we kunnen overleven, en hoe we een nieuwe, betere samenleving kunnen opbouwen.
Uit nieuwsgierigheid naar hoe het de wereld en de mensen zou vergaan, mocht een rampscenario zich voordoen, ben ik dol op post-apocalyptische literatuur, of kortweg: apocafictie. Ik lees graag verhalen over mensen die zich, na een ramp, uit de slag moeten zien te trekken.
Zelfvoorzieners in spé kunnen uit apocafictie misschien wel inzichten verkrijgen, of zelfs kennis opdoen! Of je kan gewoon genieten van goede literatuur... Vandaar dus deze nieuwe rubriek: Apocafictie...
Marlen Haushoffer - De Wand
Deze Oostenrijkse roman heeft me diep ontroerd. Een weduwe wiens naam we niet te weten komen vertelt in ik-persoon hoe ze besloten heeft haar relaas te noteren - niet omdat ze zo graag schrijft, maar omdat ze haar verstand niet wil verliezen, en ook een beetje omdat ze hoopt dat er ooit nog mensen zullen zijn die haar verslag zullen lezen.
Haar verhaal begint wanneer ze op vakantie gaat in de Oostenrijkse bergen, in het jachthuis van haar nicht en zwager. Het koppel wil 's avonds naar het dorp, maar de weduwe blijft liever in het jachthuis - ze gaat vroeg slapen. De hond van haar zwager, Luchs, komt op een gegeven moment teruggelopen - de weduwe neemt aan dat haar nicht hem teruggestuurd heeft.
's Morgens wordt ze wakker, en blijkt er nog steeds niemand thuis te zijn behalve zij en de hond. Ze vindt dit vreemd en gaat op onderzoek uit. Ze loopt de bergkloof door en daar botst ze op een doorzichtige, onbreekbare wand.
Dit onverklaarbare gebeuren houdt de aandacht de eerste honderd bladzijden stevig vast. Nergens kan de vrouw door de wand heen, en erachter ziet ze versteende mensen en dieren. Ze vindt een koe, die dringend gemolken moet worden, en neemt haar mee naar huis.
Vanaf dan neemt ze de zorg op zich voor de hond en de koe, en later komt er nog een kat bij. De dieren helpen de vrouw door haar eenzaamheid heen, maar ze bezorgen haar ook stress: zij moet voor hen zorgen, ze voelt zich verantwoordelijk voor hen. Bovendien houdt ze intens veel van deze dieren, haar enige metgezellen, en bezorgen bv de nachtelijke uitstapjes van de kat of de zwangerschap van d ekoe haar talloze slapeloze nachten.
Af en toe komen er flash forwards in het relaas voor, waardoor je te weten komt dat de hond sterft. Deze kennis zorgde ervoor dat ik het boek in een ruk heb uitgelezen - ik hou niet van spoilers en zal niets verklappen!
Haushoffer noemde dit verhal zelf eine katzengeschichte, maar het is veel meer dan alleen maar een kattenvertelseltje. De stijl is mooi en tegelijk beklemmend. De dagelijkse bezigheden van de vrouw (poetsen, oogsten, maaien, eten vergaren...) zijn eenvoudig en alledaags, en toch weet de auteur ze zo treffend te vatten dat je niet kan ophouden met lezen. Er zijn veel interessante filosofische overwegingen - zo bedenkt de vrouw bijvoorbeeld dat ze het vreselijk vindt om alleen te zijn, maar dat ze waarschijnlijk ruzie zou hebben gekregen, mocht het koppel het samen met haar overleefd hebben.
Een prachtig boek, om te lezen en te herlezen...
zondag 19 mei 2013
Broodbeleg van de maand: rabarberconfituren
De rabarber groeit weelderig, en dit is het eerste jaar (het 3e na planten) dat we er overvloedig mogen van oogsten. Tijd dus voor allerlei rabarberconfituren!
Rabarberconfituur met appel en gember
-1.8 kg rabarber, in stukjes gesneden
-2 appels, geschild en in stukjes gesneden
-1 stuk gember van ongeveer vijf centimeter, in stukjes gesneden, als het bio is mag de schil meekoken
-400 g suiker
1.Meng de rabarber met de appel, gember en suiker en laat een nacht trekken.
2.Breng aan de kook, laat ongeveer 20 minuten zachtjes koken, roer af en toe.
3.Steriliseer ondertussen glazen potten: zet ze op een schone handdoek, giet kokend water in de potten en deksels, giet het water eruit, zet onmiddellijk omgekeerd op de handdoek en draai pas om wanneer je de confituur erin giet.
Ik moet wel zeggen: mijn rabarberconfituur is altijd vrij loperig - wij eten hem dan ook met het lepeltje!
Andere ideeën voor combinaties met rabarber:
-rabarber met rozenblaadjes
-rabarber met citroen - of sinassappelschil (bio!) en kardemomzaadjes
-rabarber met anijszaad of korianderzaad
-rabarber met kaneel
-rabarber met vanille
-rabarber met rozijntjes en notenmengeling
Toevoeging: net rabarberconfituur gemaakt met vlierbloesemscher;en: mmm! Reken 12 schermen per 1.5 kg rabarber. Laat ze een nachtje meetrekken met de suiker en de rabarber. Vis ze 's morgens eruit. Heerlijk aroma
Andere ideeën steeds welkom!
Rabarberconfituur met appel en gember
-1.8 kg rabarber, in stukjes gesneden
-2 appels, geschild en in stukjes gesneden
-1 stuk gember van ongeveer vijf centimeter, in stukjes gesneden, als het bio is mag de schil meekoken
-400 g suiker
1.Meng de rabarber met de appel, gember en suiker en laat een nacht trekken.
2.Breng aan de kook, laat ongeveer 20 minuten zachtjes koken, roer af en toe.
3.Steriliseer ondertussen glazen potten: zet ze op een schone handdoek, giet kokend water in de potten en deksels, giet het water eruit, zet onmiddellijk omgekeerd op de handdoek en draai pas om wanneer je de confituur erin giet.
Ik moet wel zeggen: mijn rabarberconfituur is altijd vrij loperig - wij eten hem dan ook met het lepeltje!
Andere ideeën voor combinaties met rabarber:
-rabarber met rozenblaadjes
-rabarber met citroen - of sinassappelschil (bio!) en kardemomzaadjes
-rabarber met anijszaad of korianderzaad
-rabarber met kaneel
-rabarber met vanille
-rabarber met rozijntjes en notenmengeling
Toevoeging: net rabarberconfituur gemaakt met vlierbloesemscher;en: mmm! Reken 12 schermen per 1.5 kg rabarber. Laat ze een nachtje meetrekken met de suiker en de rabarber. Vis ze 's morgens eruit. Heerlijk aroma
Andere ideeën steeds welkom!
zondag 12 mei 2013
Lady Godiva in haar blootje
We eten hier veel pompoenpitten: in brood, bij muësli, in een slaatje... Pompoenpitten zijn lekker en bevatten veel zink. Maar als je pitten uit gewone pompoenen oogst, is het veel werk om die te pellen: er zit een harde schil rond.
De pompoenpitten die je in de winkel kan kopen zijn afkomstig van zogeheten naaktzadige pompoenen: de pitten zitten zonder schil in de pompoen.
Het leek mij dus heel interessant om ook eens zo'n naaktzadige pompoen te telen: ik droomde al van kilo's en kilo's aan makkelijk geoogste en lekkere pompoenpitten. Ik koos voor het naaktzadige ras Lady Godiva.
De plantjes kwamen niet of moeilijk op, maar uiteindelijk hield ik toch één mooie plant over, waar een pracht van een grote, dikke pompoen aan groeide, oranje en met groene vlekken. Propvol pitten ging die zitten, dacht ik. Ik wachtte met hem te oogsten tot ongeveer het moment om alweer nieuwe pompoenen te zaaien, nu dus.
Vol verwachting sneed ik die megapompoen open... en toen bleek er heel, heel weinig zaad in te zitten! Misschien drie handjes vol! Was me dat een teleurstelling...
Misschien moet ik maar wat minder lui worden en meer moeite doen om de gewone pompoenpitzaden te pellen, zoals in Oost-Europa. Daar kan je overal zakjes kopen met geroosterde en gezouten zonnebloempitten die... nog in de schil zitten! De Oost-Europeanen bijten of pellen met grote vaardigheid de schilletjes in een mum van tijd eraf.
Toch nog iets geleerd dankzij deze ervaring, over hoe mijn pompoen aan haar naam komt:
Lady Godiva was blijkbaar de vrouw van een rijk man die de mensen van zijn stad buitensporige belastingen oplegde. De Lady smeekte hem om al die opgelegde betalingen af te lasten, en volgens de legende moet hij toen gezegd hebben dat hij enkel zou gehoorzamen als zij naakt, te paard, de stad zou doorrijden. Ze heeft dan aan iedereen gevraagd om binnenshuis te blijven, met de luiken dicht, en reed in haar blootje de stad door, waarna haar man effectief de belastingen verlaagde.
Slechts één nieuwsgierige voyeur had een gaatje door zijn luiken geboord om de naakte mevrouw te aanschouwen, waarop hij prompt blind werd. Die man heette Tom, en vandaar de uitdrukking in het Engels : a peeping Tom...
Op naar een grotere oogst!
De pompoenpitten die je in de winkel kan kopen zijn afkomstig van zogeheten naaktzadige pompoenen: de pitten zitten zonder schil in de pompoen.
Het leek mij dus heel interessant om ook eens zo'n naaktzadige pompoen te telen: ik droomde al van kilo's en kilo's aan makkelijk geoogste en lekkere pompoenpitten. Ik koos voor het naaktzadige ras Lady Godiva.
De plantjes kwamen niet of moeilijk op, maar uiteindelijk hield ik toch één mooie plant over, waar een pracht van een grote, dikke pompoen aan groeide, oranje en met groene vlekken. Propvol pitten ging die zitten, dacht ik. Ik wachtte met hem te oogsten tot ongeveer het moment om alweer nieuwe pompoenen te zaaien, nu dus.
Vol verwachting sneed ik die megapompoen open... en toen bleek er heel, heel weinig zaad in te zitten! Misschien drie handjes vol! Was me dat een teleurstelling...
Misschien moet ik maar wat minder lui worden en meer moeite doen om de gewone pompoenpitzaden te pellen, zoals in Oost-Europa. Daar kan je overal zakjes kopen met geroosterde en gezouten zonnebloempitten die... nog in de schil zitten! De Oost-Europeanen bijten of pellen met grote vaardigheid de schilletjes in een mum van tijd eraf.
Toch nog iets geleerd dankzij deze ervaring, over hoe mijn pompoen aan haar naam komt:
Lady Godiva was blijkbaar de vrouw van een rijk man die de mensen van zijn stad buitensporige belastingen oplegde. De Lady smeekte hem om al die opgelegde betalingen af te lasten, en volgens de legende moet hij toen gezegd hebben dat hij enkel zou gehoorzamen als zij naakt, te paard, de stad zou doorrijden. Ze heeft dan aan iedereen gevraagd om binnenshuis te blijven, met de luiken dicht, en reed in haar blootje de stad door, waarna haar man effectief de belastingen verlaagde.
Slechts één nieuwsgierige voyeur had een gaatje door zijn luiken geboord om de naakte mevrouw te aanschouwen, waarop hij prompt blind werd. Die man heette Tom, en vandaar de uitdrukking in het Engels : a peeping Tom...
Op naar een grotere oogst!
Lady Godiva in haar blootje
We eten hier veel pompoenpitten: in brood, bij muësli, in een slaatje... Pompoenpitten zijn lekker en bevatten veel zink. Maar als je pitten uit gewone pompoenen oogst, is het veel werk om die te pellen: er zit een harde schil rond.
De pompoenpitten die je in de winkel kan kopen zijn afkomstig van zogeheten naaktzadige pompoenen: de pitten zitten zonder schil in de pompoen.
Het leek mij dus heel interessant om ook eens zo'n naaktzadige pompoen te telen: ik droomde al van kilo's en kilo's aan makkelijk geoogste en lekkere pompoenpitten. Ik koos voor het naaktzadige ras Lady Godiva.
De plantjes kwamen niet of moeilijk op, maar uiteindelijk hield ik toch één mooie plant over, waar een pracht van een grote, dikke pompoen aan groeide, oranje en met groene vlekken. Propvol pitten ging die zitten, dacht ik. Ik wachtte met hem te oogsten tot ongeveer het moment om alweer nieuwe pompoenen te zaaien, nu dus.
Vol verwachting sneed ik die megapompoen open... en toen bleek er heel, heel weinig zaad in te zitten! Misschien drie handjes vol! Was me dat een teleurstelling...
Misschien moet ik maar wat minder lui worden en meer moeite doen om de gewone pompoenpitzaden te pellen, zoals in Oost-Europa. Daar kan je overal zakjes kopen met geroosterde en gezouten zonnebloempitten die... nog in de schil zitten! De Oost-Europeanen bijten of pellen met grote vaardigheid de schilletjes in een mum van tijd eraf.
Toch nog iets geleerd dankzij deze ervaring, over hoe mijn pompoen aan haar naam komt:
Lady Godiva was blijkbaar de vrouw van een rijk man die de mensen van zijn stad buitensporige belastingen oplegde. De Lady smeekte hem om al die opgelegde betalingen af te lasten, en volgens de legende moet hij toen gezegd hebben dat hij enkel zou gehoorzamen als zij naakt, te paard, de stad zou doorrijden. Ze heeft dan aan iedereen gevraagd om binnenshuis te blijven, met de luiken dicht, en reed in haar blootje de stad door, waarna haar man effectief de belastingen verlaagde.
Slechts één nieuwsgierige voyeur had een gaatje door zijn luiken geboord om de naakte mevrouw te aanschouwen, waarop hij prompt blind werd. Die man heette Tom, en vandaar de uitdrukking in het Engels : a peeping Tom...
Op naar een grotere oogst!
De pompoenpitten die je in de winkel kan kopen zijn afkomstig van zogeheten naaktzadige pompoenen: de pitten zitten zonder schil in de pompoen.
Het leek mij dus heel interessant om ook eens zo'n naaktzadige pompoen te telen: ik droomde al van kilo's en kilo's aan makkelijk geoogste en lekkere pompoenpitten. Ik koos voor het naaktzadige ras Lady Godiva.
De plantjes kwamen niet of moeilijk op, maar uiteindelijk hield ik toch één mooie plant over, waar een pracht van een grote, dikke pompoen aan groeide, oranje en met groene vlekken. Propvol pitten ging die zitten, dacht ik. Ik wachtte met hem te oogsten tot ongeveer het moment om alweer nieuwe pompoenen te zaaien, nu dus.
Vol verwachting sneed ik die megapompoen open... en toen bleek er heel, heel weinig zaad in te zitten! Misschien drie handjes vol! Was me dat een teleurstelling...
Misschien moet ik maar wat minder lui worden en meer moeite doen om de gewone pompoenpitzaden te pellen, zoals in Oost-Europa. Daar kan je overal zakjes kopen met geroosterde en gezouten zonnebloempitten die... nog in de schil zitten! De Oost-Europeanen bijten of pellen met grote vaardigheid de schilletjes in een mum van tijd eraf.
Toch nog iets geleerd dankzij deze ervaring, over hoe mijn pompoen aan haar naam komt:
Lady Godiva was blijkbaar de vrouw van een rijk man die de mensen van zijn stad buitensporige belastingen oplegde. De Lady smeekte hem om al die opgelegde betalingen af te lasten, en volgens de legende moet hij toen gezegd hebben dat hij enkel zou gehoorzamen als zij naakt, te paard, de stad zou doorrijden. Ze heeft dan aan iedereen gevraagd om binnenshuis te blijven, met de luiken dicht, en reed in haar blootje de stad door, waarna haar man effectief de belastingen verlaagde.
Slechts één nieuwsgierige voyeur had een gaatje door zijn luiken geboord om de naakte mevrouw te aanschouwen, waarop hij prompt blind werd. Die man heette Tom, en vandaar de uitdrukking in het Engels : a peeping Tom...
Op naar een grotere oogst!
zondag 5 mei 2013
Aardappelopbrengst verzekerd
Deze week heb ik de patatten de grond in gestopt. De twee vorige jaren experimenteerde ik in mijn tuin met de stro-methode:
je stopt de patat heel ondiep in de grond, of legt hem zelfs op de grond. Dan breng je een dikke laag stro aan. Dat stro blijf je aanvullen, zodat de patatten in het stro zelf groeien.
Voordelen van de stromethode:
-het onkruid wordt onderdrukt
-de grond blijft vochtig
-je krijgt heel erg propere patatten!
Nadelen:
-ook slakken houden van stro en vochtige aarde
-stro moet voorhanden zijn
-je bent wel even in de weer met stro aanvoeren
Het eerste jaar had ik met de stro-methode een heel grote opbrengst, het tweede een heel erg kleine. Misschien speelde het weer mee, ik weet het niet.
Dit jaar wilde ik traditioneel aardappelen poten, in de grond dus, omdat de patat de reputatie heeft de grond onkruidvrij te maken, en in een bepaald stuk van de tuin mag het van mij best wat minder woekeren, dat onkruid. Zodus.
Maar oef - de stro-methode is toch wat lichter voor de rug. We hebben hier leemachtige klei, en als je een spade daar in steekt, blijft er zo'n vijf kilo grond aan hangen. Die grond mag je dan ook nog verkruimelen - zwaar werk, want de kluiten plakken aan elkaar...
Ik heb dus onder het spitten en verkruimelen veel na kunnen denken over makkelijkere patat-teelt methodes.
De emmer-methode vind ik fijn, omdat iedereen (zelfs al heb je geen tuin) daaraan kan meedoen, en omdat de opbrengst gegarandeerd en groot is!
De Emmer Methode om Aardappelen te telen
Nodig:
-een grote emmer, type vuilnisbakgrootte, of een groot vat, type metselkom
-een boor of schroevendraaier, om gaatjes te maken in de bodem, zodat het water kan doorlopen
-compost en of aarde
-pootaardappelen, ongeveer twee per emmer
-geduld
Hoe doe je het?
1.Boor gaatjes in je "patattenvat".
2.Giet een dun laagje compost of aarde op de bodem.
3.Leg twee pootaardappelen in de emmer.
4.Bedek met aarde of compost.
5.Geef water.
6.Wacht tot je de scheuten van de aardappelen tevoorschijn ziet komen. Vul dan aarde bij. Je bedekt telkens de groeiende plant met aarde, tot je emmer vol is. Op deze manier zal de aardappelplant steeds nieuwe aardappels maken, boven elkaar gestapeld.
7.Oogst als de plant verdord is, en verbaas je over de grote hoeveelheid patatjes!
In de permacultuur werd vroeger wel eens aangeraden om aardappelen in op elkaar gestapelde autobanden te telen, en zo aan die banden nog een tweede nuttige gebruik te geven, maar tegenwoordig raadt men dat af. De autobanden bevatten immers hoogstwaarschijnlijk zware metalen, en aardappelen zijn knolgewassen, die metalen opnemen. Beter een oude, schoongemaakte vuilnisbak dus!
je stopt de patat heel ondiep in de grond, of legt hem zelfs op de grond. Dan breng je een dikke laag stro aan. Dat stro blijf je aanvullen, zodat de patatten in het stro zelf groeien.
Voordelen van de stromethode:
-het onkruid wordt onderdrukt
-de grond blijft vochtig
-je krijgt heel erg propere patatten!
Nadelen:
-ook slakken houden van stro en vochtige aarde
-stro moet voorhanden zijn
-je bent wel even in de weer met stro aanvoeren
Het eerste jaar had ik met de stro-methode een heel grote opbrengst, het tweede een heel erg kleine. Misschien speelde het weer mee, ik weet het niet.
Dit jaar wilde ik traditioneel aardappelen poten, in de grond dus, omdat de patat de reputatie heeft de grond onkruidvrij te maken, en in een bepaald stuk van de tuin mag het van mij best wat minder woekeren, dat onkruid. Zodus.
Maar oef - de stro-methode is toch wat lichter voor de rug. We hebben hier leemachtige klei, en als je een spade daar in steekt, blijft er zo'n vijf kilo grond aan hangen. Die grond mag je dan ook nog verkruimelen - zwaar werk, want de kluiten plakken aan elkaar...
Ik heb dus onder het spitten en verkruimelen veel na kunnen denken over makkelijkere patat-teelt methodes.
De emmer-methode vind ik fijn, omdat iedereen (zelfs al heb je geen tuin) daaraan kan meedoen, en omdat de opbrengst gegarandeerd en groot is!
De Emmer Methode om Aardappelen te telen
Nodig:
-een grote emmer, type vuilnisbakgrootte, of een groot vat, type metselkom
-een boor of schroevendraaier, om gaatjes te maken in de bodem, zodat het water kan doorlopen
-compost en of aarde
-pootaardappelen, ongeveer twee per emmer
-geduld
Hoe doe je het?
1.Boor gaatjes in je "patattenvat".
2.Giet een dun laagje compost of aarde op de bodem.
3.Leg twee pootaardappelen in de emmer.
4.Bedek met aarde of compost.
5.Geef water.
6.Wacht tot je de scheuten van de aardappelen tevoorschijn ziet komen. Vul dan aarde bij. Je bedekt telkens de groeiende plant met aarde, tot je emmer vol is. Op deze manier zal de aardappelplant steeds nieuwe aardappels maken, boven elkaar gestapeld.
7.Oogst als de plant verdord is, en verbaas je over de grote hoeveelheid patatjes!
In de permacultuur werd vroeger wel eens aangeraden om aardappelen in op elkaar gestapelde autobanden te telen, en zo aan die banden nog een tweede nuttige gebruik te geven, maar tegenwoordig raadt men dat af. De autobanden bevatten immers hoogstwaarschijnlijk zware metalen, en aardappelen zijn knolgewassen, die metalen opnemen. Beter een oude, schoongemaakte vuilnisbak dus!
Aardappelopbrengst verzekerd
Deze week heb ik de patatten de grond in gestopt. De twee vorige jaren experimenteerde ik in mijn tuin met de stro-methode:
je stopt de patat heel ondiep in de grond, of legt hem zelfs op de grond. Dan breng je een dikke laag stro aan. Dat stro blijf je aanvullen, zodat de patatten in het stro zelf groeien.
Voordelen van de stromethode:
-het onkruid wordt onderdrukt
-de grond blijft vochtig
-je krijgt heel erg propere patatten!
Nadelen:
-ook slakken houden van stro en vochtige aarde
-stro moet voorhanden zijn
-je bent wel even in de weer met stro aanvoeren
Het eerste jaar had ik met de stro-methode een heel grote opbrengst, het tweede een heel erg kleine. Misschien speelde het weer mee, ik weet het niet.
Dit jaar wilde ik traditioneel aardappelen poten, in de grond dus, omdat de patat de reputatie heeft de grond onkruidvrij te maken, en in een bepaald stuk van de tuin mag het van mij best wat minder woekeren, dat onkruid. Zodus.
Maar oef - de stro-methode is toch wat lichter voor de rug. We hebben hier leemachtige klei, en als je een spade daar in steekt, blijft er zo'n vijf kilo grond aan hangen. Die grond mag je dan ook nog verkruimelen - zwaar werk, want de kluiten plakken aan elkaar...
Ik heb dus onder het spitten en verkruimelen veel na kunnen denken over makkelijkere patat-teelt methodes.
De emmer-methode vind ik fijn, omdat iedereen (zelfs al heb je geen tuin) daaraan kan meedoen, en omdat de opbrengst gegarandeerd en groot is!
De Emmer Methode om Aardappelen te telen
Nodig:
-een grote emmer, type vuilnisbakgrootte, of een groot vat, type metselkom
-een boor of schroevendraaier, om gaatjes te maken in de bodem, zodat het water kan doorlopen
-compost en of aarde
-pootaardappelen, ongeveer twee per emmer
-geduld
Hoe doe je het?
1.Boor gaatjes in je "patattenvat".
2.Giet een dun laagje compost of aarde op de bodem.
3.Leg twee pootaardappelen in de emmer.
4.Bedek met aarde of compost.
5.Geef water.
6.Wacht tot je de scheuten van de aardappelen tevoorschijn ziet komen. Vul dan aarde bij. Je bedekt telkens de groeiende plant met aarde, tot je emmer vol is. Op deze manier zal de aardappelplant steeds nieuwe aardappels maken, boven elkaar gestapeld.
7.Oogst als de plant verdord is, en verbaas je over de grote hoeveelheid patatjes!
In de permacultuur werd vroeger wel eens aangeraden om aardappelen in op elkaar gestapelde autobanden te telen, en zo aan die banden nog een tweede nuttige gebruik te geven, maar tegenwoordig raadt men dat af. De autobanden bevatten immers hoogstwaarschijnlijk zware metalen, en aardappelen zijn knolgewassen, die metalen opnemen. Beter een oude, schoongemaakte vuilnisbak dus!
je stopt de patat heel ondiep in de grond, of legt hem zelfs op de grond. Dan breng je een dikke laag stro aan. Dat stro blijf je aanvullen, zodat de patatten in het stro zelf groeien.
Voordelen van de stromethode:
-het onkruid wordt onderdrukt
-de grond blijft vochtig
-je krijgt heel erg propere patatten!
Nadelen:
-ook slakken houden van stro en vochtige aarde
-stro moet voorhanden zijn
-je bent wel even in de weer met stro aanvoeren
Het eerste jaar had ik met de stro-methode een heel grote opbrengst, het tweede een heel erg kleine. Misschien speelde het weer mee, ik weet het niet.
Dit jaar wilde ik traditioneel aardappelen poten, in de grond dus, omdat de patat de reputatie heeft de grond onkruidvrij te maken, en in een bepaald stuk van de tuin mag het van mij best wat minder woekeren, dat onkruid. Zodus.
Maar oef - de stro-methode is toch wat lichter voor de rug. We hebben hier leemachtige klei, en als je een spade daar in steekt, blijft er zo'n vijf kilo grond aan hangen. Die grond mag je dan ook nog verkruimelen - zwaar werk, want de kluiten plakken aan elkaar...
Ik heb dus onder het spitten en verkruimelen veel na kunnen denken over makkelijkere patat-teelt methodes.
De emmer-methode vind ik fijn, omdat iedereen (zelfs al heb je geen tuin) daaraan kan meedoen, en omdat de opbrengst gegarandeerd en groot is!
De Emmer Methode om Aardappelen te telen
Nodig:
-een grote emmer, type vuilnisbakgrootte, of een groot vat, type metselkom
-een boor of schroevendraaier, om gaatjes te maken in de bodem, zodat het water kan doorlopen
-compost en of aarde
-pootaardappelen, ongeveer twee per emmer
-geduld
Hoe doe je het?
1.Boor gaatjes in je "patattenvat".
2.Giet een dun laagje compost of aarde op de bodem.
3.Leg twee pootaardappelen in de emmer.
4.Bedek met aarde of compost.
5.Geef water.
6.Wacht tot je de scheuten van de aardappelen tevoorschijn ziet komen. Vul dan aarde bij. Je bedekt telkens de groeiende plant met aarde, tot je emmer vol is. Op deze manier zal de aardappelplant steeds nieuwe aardappels maken, boven elkaar gestapeld.
7.Oogst als de plant verdord is, en verbaas je over de grote hoeveelheid patatjes!
In de permacultuur werd vroeger wel eens aangeraden om aardappelen in op elkaar gestapelde autobanden te telen, en zo aan die banden nog een tweede nuttige gebruik te geven, maar tegenwoordig raadt men dat af. De autobanden bevatten immers hoogstwaarschijnlijk zware metalen, en aardappelen zijn knolgewassen, die metalen opnemen. Beter een oude, schoongemaakte vuilnisbak dus!