zaterdag 17 mei 2014

Boekbespreking: Dagpauwoog, door Eva Meijer

Deze keer geen post-apocalyptische roman en geen kookboek.  "Dagpauwoog" is een fictieverhaal over dierenrechten en activisten.
Iris Dagpauwoog is een bekende kunstenares die in haar leven al heel vaak geconfronteerd is geweest met verlies.  Na het verlies van haar partner (die haar na vijftien jaar samen verlaat voor een nieuwe liefde) verhuist ze naar het platteland met haar hond Pol.
Haar overbuurman Marcel redt haar hondje uit de beek.  Na dat voorval leert ze hem beter kennen.  Als een soort tegenprestatie voor het redden van haar hond gaat Iris Marcel helpen met het opzetten van een website over veganisme.  Marcel is namelijk een die-hard veganist en dierenrechten-voorvechter.
Uiteindelijk vertelt Marcel Iris dat hij af en toe bompakketjes bij slagerijen legt.  Met de schade die zijn pakketjes aanrichten wil hij de dieren een stem geven, wil hij een statement maken.  Hij wil iets meer doen dan alleen maar een website over veganisme schrijven. 
Hij weet Iris ervan te overtuigen mee te doen.  In een halsbrekend tempo gaat Iris van vegetariër naar veganist naar activiste.  Onderweg discussieert ze over haar inzichten met allerlei mensen.  Beklijvend is haar vergelijking van de megastallen en het daar bij horende leed voor de dieren: wat als we enorme hoeveelheden kleine kinderen om één of andere winstgevende reden in zulke stallen hielden?  Zouden we dan ook hun tandjes en nageltjes uittrekken, opdat ze elkaar niet zouden verwonden?  Want verwonden doen ze elkaar, omdat ze zich zo vervelen, of omdat ze gek worden van de stank van hun eigen uitwerpselen, omdat ze pijn, of honger, of jeuk hebben... 
De gevolgen van de acties kan je wel raden: zoiets loopt niet goed af.  De rest van de plot ga ik hier niet verklappen.
Ik vond het boek interessant en vlot geschreven.  Eva Meijer laat je meteen middenin het verhaal "vallen": alles gaat heel snel.  Iris vertelt in korte, afstandelijke zinnen wat haar overkomt.  Haar gevoelens moet je er zelf bij bedenken, maar net die koele vertelstijl levert veel stof tot nadenken op.
Naar mijn inzien heeft Iris haar eigen ik verloren na al het leed dat haar overkwam.  Door bompakketjes te droppen krijgt ze weer een nut, een functie, en een identiteit in de maatschappij.  Als ik me niet vergis, leert de lezer pas haar naam kennen wanneer Marcel die uitspreekt, net nadat ze de bompakket-opdracht heeft aanvaard: de acties definiëren haar.
Marcel vond ik een antipathiek personage.  Hij bezoekt vaak kraakpanden (waar over het algemeen toch anarchisme geldt) maar is zelf erg autoritair (hij kijkt bv vies naar de leren schoenen die Iris nog draagt).  Voor hem is geweld tegen dingen (zoals gesloten slagerijen) geen geweld.  Daarin ben ik het met hem eens.  Maar volgens Marcel is de eventuele dood van een onschuldige  voorbijganger een te rechtvaardigen vorm van geweld, rechtvaardig omdat die ene dood veel minder betekent in het licht van al het lijden en al de moorden in de industriële veeteelt.
Daar ben ik het niet mee eens, wat ONschuldigen betreft.  De geweldkwestie wordt heel goed besproken in dat andere, non-fictie boek "De vrolijke Veganist". 
Iris worstelt met de vraag wat het goede is, en hoeveel van het goede je moet doen voor het genoeg is.  Is het genoeg als je zelf het "goede voorbeeld geeft" en plantaardig eet?  Is het genoeg als je
mensen probeert te informeren aan de hand van een website?  Of moet je meer doen?  Is het probleem zodanig accuut en wereldomvattend dat er hard tegen moet worden opgetreden?
Dat vind ik zelf ook een heel moeilijke vraag, zie mijn vegan dilemma.
Iris verliest de weg bij het zoeken naar een antwoord op die vraag.  Volgens mij stort ze pas goed in als ze beseft dat haar acties uiteindelijk weinig hebben uitgemaakt voor de dieren: de hele industrie is er nog altijd, en bitter weinig mensen hebben hun gedrag (vlees eten, instrumenteel gebruik maken van dieren) aangepast.  
Op het internet wordt veel gespeculeerd over de vraag of Eva Meijer met dit boek een politiek statement wilde maken, dan wel dat ze vooral de menselijke hunkering naar liefde, en het eenzaam zijn bespreekt.
Een debat over dierenleed en dierenrechten lijkt door deze roman niet op gang gekomen te zijn.  Ik werk in een boekhandel, en helaas heb ik geen enkele "Dagpauwoog" over de toonbank zien gaan.  Ik hoop dat het in Nederland anders was.
De waarheid - dat onze maatschappij en heel veel consumenten een misdadig systeem van dierenleed
in stand houden, is er wel - maar niemand handelt naar die waarheid.  Iedereen gaat gewoon door met het kopen van goedkope kip in de supermarkt.
De machteloosheid van Iris en haar wanhoop kan ik soms ook voelen.  Er was een passage in het boek waarin Iris tv kijkt.  Op elke post is er wel een of andere vorm van dierenmisbruik of dierenleed gaande: een kok die een kreeft levend in kokend water gooit, de jacht, uitbraak van ziekte in een megastal.  Ik vond die passage enorm herkenbaar.  Ik heb al jaren geen tv meer gekeken.  Onlangs keek ik wel, en op elke post zag ik vergelijkbare zaken: er werd gekookt met tonijn, in een film werd zalm opgediend, enkele stoere vissers op hun boot vertelden over hun zware bestaan, etc etc.  Het onderliggende gevoel bij het zappen, zowel in het boek als bij mij, was wanhoop en ontmoediging: het instrumentele gebruik van dieren en het daarbijhorende leed is zo enorm wijdverbreid, het is overal, en iedereen doet eraan mee.  Om moedeloos van te worden.  Het einde van Eva Meijers roman kan ik door die wanhoop goed begrijpen...
Voor mij persoonlijk wordt het hierboven beschrevene (het negeren en verzwijgen van de waarheid door de maatschappij in haar geheel) in het boek heel mooi gereflecteerd in de fabel van de schildpad en de steen, verteld door Iris' buurvrouw Renee (een filosofe, die ondanks haar intelligentie - ze begrijpt de argumenten - nog steeds vlees eet).
Al jaren kijken de mensen naar een bepaald soort steen.  Ze schrijven erover, praten erover, over de vorm, kleur, grootte, etc.  Iedereen is het met elkaar eens dat het een steen is, maar elke  generatie komt met nieuwe inzichten en ideeën.  Op een dag zegt iemand: "dat is geen steen, het is een schildpad!"  En inderdaad kan je plots het hoofdje van een oude schildpad zien.  Plots moeten de mensen hun hele gedachtegoed in heroverweging nemen.  Mensen worden kwaad, nieuwsgierig, opgetogen, verwonderd.  Sommigen blijven hardnekkig ontkennen dat de steen een schildpad is.  Uiteindelijk gaan steeds meer mensen spreken van een schildpad, en niet van een steen.  Degene die opmerkt dat het om een dier, niet een steen gaat, is de filosoof.

 

Geen opmerkingen: