woensdag 30 januari 2013

Boekbespreking: Het Slimme Budgetboek

Wie zelfvoorzienend(er) wil gaan leven, doet er goed aan om het eigen consumptiepatroon eens op de korrel te nemen.  Daarbij kan een budgetboek met tips helpen: het biedt je o. a. handige hulpmiddelen om te zien waar je je geld aan opdoet.

Voor doorwinterde zuinigaards zal "Het slimme budgetboek" van Sara Van Wesenbeeck  misschien niet meteen enorm veel nieuwe tips opleveren - de raadgevingen zijn meestal eenvoudig en to the point, en ze gaan nooit erg ver, althans niet in vergelijking met de boeken van bv Hanneke Van Veen en Rob van Eeden, de legendarische oprichters van de Vrekkenkrant, of Marieke Henselmans.
Om een voorbeeld te noemen: de auteur stelt dat je heel wat geld kan verdienen door zelf je lunch mee te nemen naar het werk, in plaats van telkens een broodje te kopen.  Ik doe dat al.  We bakken daarbovenop ook ons brood zelf, en veel van het beleg komt uit onze eigen keuken.  Bovendien wordt dat beleg niet in een koelkast bewaard (die hebben we niet): allemaal extra besparingsmogelijkheden, die nauwelijks aan bod komen.
De raadgevingen en tips die wel aan bod komen worden echter met zoveel positieve energie en helderheid gebracht dat het een plezier is om ze te lezen.  En als je net aan besparen begint, en nog nooit over budgettips gehoord hebt, dan is dit boekje een goudmijn!

De rechttoe-rechtaan tips zetten alles netjes op een rijtje in de vorm van "recepten," en Van Wesenbeeck bespreekt ze met zoveel schwung dat ik er zowaar zin van kreeg om eindelijk mijn administratie eens uit te spitten! 
Ik ben geen totale chaoot - ik sorteer heus nog wel mijn electriciteitsrekeningen van mijn belastingspapieren -  maar alles stak nogal slordig in een kartonnen doos, elk jaartal door mekaar.
Dus heb ik gedaan zoals Sara het voorschrijft: een aantal (tweedehands) ordners aanschaffen, alles per thema groeperen, de onnodige zaken weggooien, etc, met als fijn gevolg dat al mijn saaie papieren nu netjes gesorteerd in geordende mappen op mijn bureau staan!
Het aangename is ook dat zij je aanmoedigt om jezelf te belonen bij elk besparings"werk"dat je doet.  Dat betekent bijvoorbeeld bij het administratiekuisen ervoor zorgen dat er een lekkere kop thee of een hapje klaarstaat, dat je een hoop minipauzes neemt, en als je dat wil ook een grotere beloning klaarlegt voor als het werk klaar is.  Dat werkt motiverend, en stimulerend!
Een fijn boek voor wie wil beginnen met consuminderen, en voor wie een heldere en praktische uitleg apprecieert.  
Na mijn positieve ervaring met het opruimen van de administratie ben ik alvast enthousiast om ook haar andere boek, "Het slimme organizing boek," te gaan opzoeken.  Wel in de bib...  Ik blijf namelijk een doorwinterde zuinigaard!  

Boekbespreking: Het Slimme Budgetboek

Wie zelfvoorzienend(er) wil gaan leven, doet er goed aan om het eigen consumptiepatroon eens op de korrel te nemen.  Daarbij kan een budgetboek met tips helpen: het biedt je o. a. handige hulpmiddelen om te zien waar je je geld aan opdoet.

Voor doorwinterde zuinigaards zal "Het slimme budgetboek" van Sara Van Wesenbeeck  misschien niet meteen enorm veel nieuwe tips opleveren - de raadgevingen zijn meestal eenvoudig en to the point, en ze gaan nooit erg ver, althans niet in vergelijking met de boeken van bv Hanneke Van Veen en Rob van Eeden, de legendarische oprichters van de Vrekkenkrant, of Marieke Henselmans.
Om een voorbeeld te noemen: de auteur stelt dat je heel wat geld kan verdienen door zelf je lunch mee te nemen naar het werk, in plaats van telkens een broodje te kopen.  Ik doe dat al.  We bakken daarbovenop ook ons brood zelf, en veel van het beleg komt uit onze eigen keuken.  Bovendien wordt dat beleg niet in een koelkast bewaard (die hebben we niet): allemaal extra besparingsmogelijkheden, die nauwelijks aan bod komen.
De raadgevingen en tips die wel aan bod komen worden echter met zoveel positieve energie en helderheid gebracht dat het een plezier is om ze te lezen.  En als je net aan besparen begint, en nog nooit over budgettips gehoord hebt, dan is dit boekje een goudmijn!

De rechttoe-rechtaan tips zetten alles netjes op een rijtje in de vorm van "recepten," en Van Wesenbeeck bespreekt ze met zoveel schwung dat ik er zowaar zin van kreeg om eindelijk mijn administratie eens uit te spitten! 
Ik ben geen totale chaoot - ik sorteer heus nog wel mijn electriciteitsrekeningen van mijn belastingspapieren -  maar alles stak nogal slordig in een kartonnen doos, elk jaartal door mekaar.
Dus heb ik gedaan zoals Sara het voorschrijft: een aantal (tweedehands) ordners aanschaffen, alles per thema groeperen, de onnodige zaken weggooien, etc, met als fijn gevolg dat al mijn saaie papieren nu netjes gesorteerd in geordende mappen op mijn bureau staan!
Het aangename is ook dat zij je aanmoedigt om jezelf te belonen bij elk besparings"werk"dat je doet.  Dat betekent bijvoorbeeld bij het administratiekuisen ervoor zorgen dat er een lekkere kop thee of een hapje klaarstaat, dat je een hoop minipauzes neemt, en als je dat wil ook een grotere beloning klaarlegt voor als het werk klaar is.  Dat werkt motiverend, en stimulerend!
Een fijn boek voor wie wil beginnen met consuminderen, en voor wie een heldere en praktische uitleg apprecieert.  
Na mijn positieve ervaring met het opruimen van de administratie ben ik alvast enthousiast om ook haar andere boek, "Het slimme organizing boek," te gaan opzoeken.  Wel in de bib...  Ik blijf namelijk een doorwinterde zuinigaard!  

woensdag 23 januari 2013

Zelf graan telen: Quinoa

Een van de grootste uitdagingen van het zelfvoorzienend leven is voor mij je eigen graan kweken.  Ik bedenk mij vaak wat ik in godsnaam zonder brood zou doen, of zonder spaghetti, of zonder havervlokken voor mijn ontbijt...  En dan ben ik de (bio)landbouwers bijzonder dankbaar!
Graan is zo'n mooi voorbeeld van "vele kleintjes maken 1 grote," of "samen zijn we sterk": een klein tarwekorreltje betekent niet veel, maar een heel veld vol levert je kilo's en kilo's aan bloem, pasta, ...
Om zelf graan te kweken heb je veel grond, veel know-how en heel wat werkuren nodig.  In John Seymour's cultboek Leven van het Land staan wel beschrijvingen over hoe je met paard en ploeg je eigen tarwe kan zaaien en oogsten, maar dat lijkt mij allemaal erg ver van mijn bed.  Naast bovengenoemde factoren die al veel tijd, kennis en geld kosten moet je, eens je je graan succesvol geoogst hebt, immers nog een heleboel zaken in acht nemen:
-je moet het graan dorsen
-je moet het kaf van het koren scheiden
-je moet het graan succesvol kunnen bewaren in een opslagplaats.

Allemaal onoverkomelijke problemen voor iemand als ik, die slechts over 19 are grond en geen tuinbouwdiploma beschikt...

En dus heb ik mij op een "graan" geconcentreerd dat ik WEL zelf kan zaaien, en 2013 is dan ook nog eens het internationale jaar van...  de Quinoa!     *Applaus*

Strikt gezien is quinoa een pseudograan afkomstig uit Zuid-Amerika.

Quinoa heeft een aantal geweldige voordelen:
-het is glutenvrij
-het bevat veel eiwitten en aminozuren
-het bevat bijzonder waardevolle voedinsstoffen in grote hoeveelheden
-een klein beetje graan biedt een grote opbrengst op een kleine oppervlakte
-quinoa gedraagt zich als een onkruid (het is familie van de ganzenvoet) en het is dus heel gemakkelijk om te telen, het zaait zichzelf ook uit als je het zijn gang laat gaan
-doordat de quinoakorrels omgeven zijn door een laagje saponine gaan de vogels er niet mee vandoor
-het is toepasbaar in tal van gerechten, een beetje zoals rijst of couscous
-het is lekker!

Daarnaast beschikt quinoa helaas ook over enkele nadelen:
-de korreltjes zijn omgeven met een laagje saponine, en smaken dus naar zeep als je ze niet heel grondig wast.
Het verhaal gaat dat de spaanse conquistadores de oorspronkelijke zuid-amerikanen verboden zouden hebben om nog quinoa te eten, omdat die rare bolletjes zo verfoeilijk naar zeepsop smaakten!  De Spanjaarden wisten uiteraard niet hoe ze quinoa op de juiste manier moesten bereiden...
Dit nadeel kan je echter omzetten in een voordeel, als je het spoelwater met de saponine gebruikt als een (mild) wasmiddel.
-je kan quinoa voor eigen gebruik zaaien, maar net als bij tarwe of haver zal je nog veel extra werk hebben: de halmen moeten drogen, je moet de korrels quinoa er uit "slaan," je moet de graantjes wannen (het stof en het kaf van het graan scheiden in de wind, en met behulp van een zeef).

Als je dus echt quinoa voor huiselijk gebruik wil gaan zaaien, moet je al bijzonder zelfvoorzienend-minded zijn, want er kruipt zoals je ziet heel wat tijd in.
Als je geen zin hebt in al dat oogst - en was werk, dan kan je quinoa nog altijd gewoon als sierplant in de tuin zetten: er zijn prachtige regenboogmengsels verkrijgbaar, en de plant wordt 1 meter hoog!  Als extra bonus kan je ook nog eens de blaadjes koken of stoven (bereiden zoals spinazie), of rauw in slaatjes doen!

Ik zaaide een groentebed van een meter op een meter in met quinoa - dat kan vanaf maart tot april.  De planten groeien snel en vormen, zoals gezegd, een mooi gezicht, zeker in de herfst, wanneer ze prachtig verkleuren.
Het zaad is rijp als je het makkelijk uit de zaadhoofden kan halen.  Dit is meestal in oktober.  Door tijdsgebrek heb ik vorig jaar te lang gewacht om te oogsten, en na een natte periode was een groot deel van de planten (en de zaden) beschimmeld.  Aangezien ik te laat (pas na het inzaaien) bedacht had dat ik eigenlijk toch niet genoeg opslagruimte had om al die quinoahalmen te drogen te hangen (vanwege onze verbouwingen) vond ik dat verlies niet super erg.  Ik heb een achttal goeie dikke halmen gered.
Die halmen hing ik te drogen boven wat krantepapier.  Ik heb ze nauwkeurig afgeritst om de korrels eruit te halen.
Die korrels bewaarde ik - tot ik tijd had - in een kom, met kaf en al.
Daarna heb ik ze "gewand" - wannen houdt in dat je het stof en alle steeltjes etc van de graantjes zelf verwijdert.  Dat kan je doen door de korrels eerst grof te zeven, bij voorkeur buiten in de wind.  De wind zorgt ervoor dat, als je de korrels opgooit, het stof wordt weggeblazen.
Deze middag heb ik de 150 g (een portie voor 2 personen) quinoa die ik uiteindelijk overhield in de week gezet.  Ik schat dat ik, indien alles goed zou zijn gegaan, van een bed van 1m op 1m uiteindelijk 1.2 kg graan zou hebben geoogst.  Minstens.
Ik heb de graantjes verschillende keren gespoeld in koud water om de saponine te verwijderen.  In het begin schuimt het water redelijk hard.  Ik heb ook 2 keer in warmer water gewassen en de korrels echt tussen mijn handen gewreven.  Ik voegde de dubbele hoeveelheid water van het graan toe en bracht alles aan de kook.  Na een kwartiertje koken is de quinoa klaar.  Ik heb het kookwater op een vuile handdoek gegoten (eens zien of die properder is, nu) en daarna heb ik de gekookte quinoa nog eens gespoeld met koud water.
Het smaakte heerlijk!

Enkele ideeën om quinoa in de keuken te gebruiken:
-als ontbijtpap: koken in 15 minuten met wat rozijntjes en opdienen met kaneel
-in soepen
-in ovenschotels met groenten
-puur sec, maar op voorhand kort geroosterd in een droge pan
-als couscous, in bv tabouleh
-als rijst, bij bv spinazie
-in cakes
-in slaatjes, zowel koud als warm
-in pudding
-in een spread of als broodbeleg, zoals Quinoa Prei Spread
-als vulling met kruiden in bv tomaat, paprika, uitgeholde komkommer, pompoen, ...
-je zou de zaadjes ook kunnen laten kiemen (spruitgroente)
-je kan quinoa ook als risottorijst behandelen, zie bv mijn receptje Quinoa risotto met pompoen en nootjes

Je kan quinoa uiteraard ook in de winkel vinden: bij Oxfam Wereldwinkels ben je verzekerd van een eerlijk product.  De commerciële quinoa hoef je niet meer te spoelen, de saponine is er al van verwijderd! 
 

Zelf graan telen: Quinoa

Een van de grootste uitdagingen van het zelfvoorzienend leven is voor mij je eigen graan kweken.  Ik bedenk mij vaak wat ik in godsnaam zonder brood zou doen, of zonder spaghetti, of zonder havervlokken voor mijn ontbijt...  En dan ben ik de (bio)landbouwers bijzonder dankbaar!
Graan is zo'n mooi voorbeeld van "vele kleintjes maken 1 grote," of "samen zijn we sterk": een klein tarwekorreltje betekent niet veel, maar een heel veld vol levert je kilo's en kilo's aan bloem, pasta, ...
Om zelf graan te kweken heb je veel grond, veel know-how en heel wat werkuren nodig.  In John Seymour's cultboek Leven van het Land staan wel beschrijvingen over hoe je met paard en ploeg je eigen tarwe kan zaaien en oogsten, maar dat lijkt mij allemaal erg ver van mijn bed.  Naast bovengenoemde factoren die al veel tijd, kennis en geld kosten moet je, eens je je graan succesvol geoogst hebt, immers nog een heleboel zaken in acht nemen:
-je moet het graan dorsen
-je moet het kaf van het koren scheiden
-je moet het graan succesvol kunnen bewaren in een opslagplaats.

Allemaal onoverkomelijke problemen voor iemand als ik, die slechts over 19 are grond en geen tuinbouwdiploma beschikt...

En dus heb ik mij op een "graan" geconcentreerd dat ik WEL zelf kan zaaien, en 2013 is dan ook nog eens het internationale jaar van...  de Quinoa!     *Applaus*

Strikt gezien is quinoa een pseudograan afkomstig uit Zuid-Amerika.

Quinoa heeft een aantal geweldige voordelen:
-het is glutenvrij
-het bevat veel eiwitten en aminozuren
-het bevat bijzonder waardevolle voedinsstoffen in grote hoeveelheden
-een klein beetje graan biedt een grote opbrengst op een kleine oppervlakte
-quinoa gedraagt zich als een onkruid (het is familie van de ganzenvoet) en het is dus heel gemakkelijk om te telen, het zaait zichzelf ook uit als je het zijn gang laat gaan
-doordat de quinoakorrels omgeven zijn door een laagje saponine gaan de vogels er niet mee vandoor
-het is toepasbaar in tal van gerechten, een beetje zoals rijst of couscous
-het is lekker!

Daarnaast beschikt quinoa helaas ook over enkele nadelen:
-de korreltjes zijn omgeven met een laagje saponine, en smaken dus naar zeep als je ze niet heel grondig wast.
Het verhaal gaat dat de spaanse conquistadores de oorspronkelijke zuid-amerikanen verboden zouden hebben om nog quinoa te eten, omdat die rare bolletjes zo verfoeilijk naar zeepsop smaakten!  De Spanjaarden wisten uiteraard niet hoe ze quinoa op de juiste manier moesten bereiden...
Dit nadeel kan je echter omzetten in een voordeel, als je het spoelwater met de saponine gebruikt als een (mild) wasmiddel.
-je kan quinoa voor eigen gebruik zaaien, maar net als bij tarwe of haver zal je nog veel extra werk hebben: de halmen moeten drogen, je moet de korrels quinoa er uit "slaan," je moet de graantjes wannen (het stof en het kaf van het graan scheiden in de wind, en met behulp van een zeef).

Als je dus echt quinoa voor huiselijk gebruik wil gaan zaaien, moet je al bijzonder zelfvoorzienend-minded zijn, want er kruipt zoals je ziet heel wat tijd in.
Als je geen zin hebt in al dat oogst - en was werk, dan kan je quinoa nog altijd gewoon als sierplant in de tuin zetten: er zijn prachtige regenboogmengsels verkrijgbaar, en de plant wordt 1 meter hoog!  Als extra bonus kan je ook nog eens de blaadjes koken of stoven (bereiden zoals spinazie), of rauw in slaatjes doen!

Ik zaaide een groentebed van een meter op een meter in met quinoa - dat kan vanaf maart tot april.  De planten groeien snel en vormen, zoals gezegd, een mooi gezicht, zeker in de herfst, wanneer ze prachtig verkleuren.
Het zaad is rijp als je het makkelijk uit de zaadhoofden kan halen.  Dit is meestal in oktober.  Door tijdsgebrek heb ik vorig jaar te lang gewacht om te oogsten, en na een natte periode was een groot deel van de planten (en de zaden) beschimmeld.  Aangezien ik te laat (pas na het inzaaien) bedacht had dat ik eigenlijk toch niet genoeg opslagruimte had om al die quinoahalmen te drogen te hangen (vanwege onze verbouwingen) vond ik dat verlies niet super erg.  Ik heb een achttal goeie dikke halmen gered.
Die halmen hing ik te drogen boven wat krantepapier.  Ik heb ze nauwkeurig afgeritst om de korrels eruit te halen.
Die korrels bewaarde ik - tot ik tijd had - in een kom, met kaf en al.
Daarna heb ik ze "gewand" - wannen houdt in dat je het stof en alle steeltjes etc van de graantjes zelf verwijdert.  Dat kan je doen door de korrels eerst grof te zeven, bij voorkeur buiten in de wind.  De wind zorgt ervoor dat, als je de korrels opgooit, het stof wordt weggeblazen.
Deze middag heb ik de 150 g (een portie voor 2 personen) quinoa die ik uiteindelijk overhield in de week gezet.  Ik schat dat ik, indien alles goed zou zijn gegaan, van een bed van 1m op 1m uiteindelijk 1.2 kg graan zou hebben geoogst.  Minstens.
Ik heb de graantjes verschillende keren gespoeld in koud water om de saponine te verwijderen.  In het begin schuimt het water redelijk hard.  Ik heb ook 2 keer in warmer water gewassen en de korrels echt tussen mijn handen gewreven.  Ik voegde de dubbele hoeveelheid water van het graan toe en bracht alles aan de kook.  Na een kwartiertje koken is de quinoa klaar.  Ik heb het kookwater op een vuile handdoek gegoten (eens zien of die properder is, nu) en daarna heb ik de gekookte quinoa nog eens gespoeld met koud water.
Het smaakte heerlijk!

Enkele ideeën om quinoa in de keuken te gebruiken:
-als ontbijtpap: koken in 15 minuten met wat rozijntjes en opdienen met kaneel
-in soepen
-in ovenschotels met groenten
-puur sec, maar op voorhand kort geroosterd in een droge pan
-als couscous, in bv tabouleh
-als rijst, bij bv spinazie
-in cakes
-in slaatjes, zowel koud als warm
-in pudding
-in een spread of als broodbeleg, zoals Quinoa Prei Spread
-als vulling met kruiden in bv tomaat, paprika, uitgeholde komkommer, pompoen, ...
-je zou de zaadjes ook kunnen laten kiemen (spruitgroente)
-je kan quinoa ook als risottorijst behandelen, zie bv mijn receptje Quinoa risotto met pompoen en nootjes

Je kan quinoa uiteraard ook in de winkel vinden: bij Oxfam Wereldwinkels ben je verzekerd van een eerlijk product.  De commerciële quinoa hoef je niet meer te spoelen, de saponine is er al van verwijderd! 
 

zondag 13 januari 2013

Boekbespreking: 21 dagen vegan!

Ik ben niet zo'n dieëter (spelling??)  Ik lust te graag zoet!  Ik heb dit boek dus vooral uit interesse gelezen, hoewel ik best wel wat buikvet zou mogen kwijtgeraken :) Toch ben ik erdoor geïnspireerd geraakt, en ga ik proberen om 21 dagen lang wat consequenter te eten.  Ik kan wel een detox gebruiken na de feestdagen!

Thuis eten we semi-veganistisch.  We kopen zelf nooit dierlijke ingrediënten.  Dat komt omdat we tegen de manier zijn waarop dieren in de industrie behandeld worden: wij willen deze praktijken niet sponsoren met ons zuurverdiende geld.
Daarentegen hebben we wel kippen en loopeenden, van wie we de eieren opeten.  We doen dat omdat onze lieve huisdieren die eieren sowieso leggen, en weggooien vinden we zonde.
We hebben ook bijen, waarvan we (toen een volk gestorven was) al honing hebben geproefd.  We zijn niet van plan om regelmatig honing te oogsten, enkel als er een duidelijk overschot is.  Ik vind het belangrijk om bijen op duurzame wijze in stand te houden.  Ik ben niet tegen honing die op bijvriendelijke manier gewonnen is, wel tegen honing op grote schaal.  Het zou een luxeproduct moeten zijn, tenzij je een groot aantal lokale imkers in de buurt hebt. 
Tot slot eten we soms ook voedsel met eieren, zuivel of kaas in als we dat aangeboden krijgen op familiefeesten en op het werk. 
Hier wringt mijn geweten het hardst.  Het liefst zou ik al die heerlijkheden vlakaf willen weigeren, maar tegelijkertijd wil ik mijn familie, vrienden of collega's niet voor het hoofd stoten of beledigen.  En dus eet ik altijd braaf wat ik krijg, ik noem het dan maar free-gan food.  Ik moet ook bekennen dat ik ervan kan genieten, van zo'n praline, bijvoorbeeld.  Aan de andere kant voel ik me soms fysiek slecht na het eten van niet-plantaardig voedsel: vooral wanneer er melk gebruikt is. 
Het nadeel aan het opeten van freegan food is dat het op die manier voor de aanbieders van dat eten niet altijd duidelijk is welk "dieet" of welke eetwijze ik nu juist volg.  Het is dan ook niet consequent van mijnentwege: ik zal nooit eten met vlees of vis in aannemen, maar accepteer wel bijvoorbeeld een cake met eieren.  Mijn geweten zegt me dan dat er voor die eieren evengoed kuikens door de vermaalmolen zijn gedraaid in de fabriek, enkel en alleen omdat ze mannelijk waren; en dat het leven van de eileggende kip zeker geen pretje is geweest.
Een ander nadeel is dat die ingrediënten (eieren, zuivel, ...) ongezond zijn.

En het is vooral dat laatste aspect van dierlijke voeding dat Dr. Neal Barnard in zijn boek "21 dagen vegan!" bespreekt.  Voor mij was het verfrissend en motiverend om het eens langs die kant te bekijken, het plantaardige dieet.  De nadruk ligt op wat voor ons gezond en goed is, en Dr. Barnard beschrijft de zaken op typisch Amerikaanse humoristische wijze.  Zo zegt hij een keer dat tofu als ingrediënt zoveel goeds voor ons doet, zo aardig voor ons is, dat het, als je het lief vraagt, waarschijnlijk ook onze belastingen zou invullen. 
Zijn boek is inspirerend, motiverend, weloverwogen en goed onderzocht, en bijzonder positief. 
Ook de voorgestelde recepten zijn interessant.  Als je al ervaring hebt met de plantaardige keuken zal je de meeste receptuur al kennen, maar voor wie nog nooit met deze eetwijze heeft kennisgemaakt staat er heel veel bruikbare informatie in.  En dan heb ik het niet alleen over recepten: Barnard geeft ook tips over op restaurant gaan, over wat te doen op familie-aangelegenheden, over winkelen, enzovoort. 

Zelf ga ik onthouden: dat ik voor het ontbijt nu definitief havermoutpap met kaneel en rozijntjes ga eten, dat ik minder olie en al zeker geen plantaardige boter meer ga gebruiken, en dat ik 21 dagen lang eens consequent alle aangeboden non-vegan eten ga weigeren.  

Een aanrader voor wie op dieet wil en wil afvallen (met veel real-life getuigenissen van succesverhalen), voor vegetariërs die eens willen uitzoeken wat nu de voordelen zijn van het weglaten van kaas, melk, etc, en voor veganisten die de weg kwijt zijn.